dinsdag 17 mei 2016

56. Finistere naar Muxía. 29 Km.

Dag 56. Dinsdag 17 mei. De route vanaf Finistere.

Een mooie afsluitende zonnige wandeling naar Muxía.

Als het in het hotel nog heel stil is en niemand nog aanstalten maakt om op te staan, laat staan om voor ons een ontbijt te verzorgen, sluipen wij het hotel uit. De zon moet nog achter de heuvels opkomen.
We wandelen om half acht al richting de heuvels. We hebben een banaan en wat yogurt op de kamer naar binnen gewerkt en gaan op weg naar de koffie ruim dertien kilometer verderop. Heerlijk om iets in het vooruitzicht te hebben. Als we bijna het dorp uitzijn zien we de eerste peregrino al voor ons. Bij een kruispunt blijft deze dame lang aarzelen en wacht totdat wij zijn gearriveerd. Tja, welke kant moeten we uit richting Muxía? De GPS brengt uitkomst. De route is hier slecht aangegeven en dat is toch lastig als je op de 'bonnefooi' je pad gaat zoeken. De dame maakt een afkeurende beweging naar de hand van George waar zijn GPS in rust. Wij knikken en zijn blij met 'onze richtingaanwijzer'.  Toch loopt ze snel achter ons aan, want ook zij is op weg naar Muxía. Ze kan ons nog even volgen en zal verder haar weg wel vinden. De route wordt redelijk van twee kanten af aangegeven. We lopen van de kust af en klimmen en dalen door het groen en geel gekleurde boerenachterland. Boeren zijn aan het werk op het land. Het gras wordt gemaaid of de gier wordt over het land uitgespreid. Enige ijverige tuinders werpen,  ja werkelijk met de hand, de zaden uit hun emmer in de pas geploegde zoden. Het waait en de lucht is redelijk helder. De zon probeert volop te schijnen.
Eindelijk na ruim twee en half uur wandelen komen we aan bij een restaurant in een klein dorp wat hoofdzakelijk bestaat uit pensions en privéhuizen, de casa rurals. Onze energie is allang weer verspild en een bocadillo met een flink stuk cake verdwijnt zeer snel naar de 'donkere kamer van vertering'.  Het lijkt soms wel alsof je niets hebt gegeten, zo snel als onze maag weer begint te 'knorren' en vraagt om meer. Onderweg naar Muxía is dit de enige stop waar je op deze route wat kunt eten. Wat het drinken betreft komen we twee keer een automaat tegen en nog eenmaal staat er een soort ' cafétentje' waar een vrolijke meneer je probeert binnen te halen om bij hem iets te komen drinken. Helaas we laten dit aan ons voorbij gaan en zoeken een picknickplek in het bos. In een klein gehucht zien we in de opening van een piepklein schuurtje nog enige huisvlijt.
Een oudere dame is de maïs aan het afpellen. Het maïs verdwijnt in een kleine ' kneedmachine' waar het tot meel wordt vermalen. Het meel wordt gebruikt voor ondere andere brood. De tijd staat even stil. Na het dorp gaan we naast het bospad, temidden van gezaagde boomstronken,onze laatste bananen nuttigen. Een goed picknickplekje, alhoewel als je niet oplet heb je een kleefbroek vol met hars als je opstaat.
We  zien op onze kilometerteller dat we nog ongeveer 6 kilometer hebben te gaan. Nou dat gaat lukken. Het lijkt wel alsof we energie overhouden vandaag. We gaan de daling inzetten naar het dorp Muxía. De zee komt in zicht en we zien enige kleine strandjes tussen de inhammen van de rotsen liggen. Als we dichterbij komen krijg je zin om pootje te gaan baden. Echter mijn kameraad houdt van doorlopen. Eerst naar de plek van bestemming en daarna is er tijd voor andere dingen.

Tja, zo wandelen we door naar onze plek. Deze ligt een kilometer buiten Muxía. We laten de haven achter ons en via de regionale straat komen we aan in het plaatsje Baiuca. Het bestaat uit vier huizen, waaronder ons pension/ restaurant. We hebben hier voor drie nachten een kamer gereserveerd. Het oogt allemaal heel vriendelijk. Het heeft een zonnig terras, een bar-/restaurant en diverse knus ingerichte kamers. Nadat we zijn gedouched gaan we eten in het restaurant. We laten het ons geweldig smaken. We zitten ook nog enigszins beduusd hier bij te komen, want het betekent echt FINISH.
1350 km. Gelopen in precies 8 weken met drie rustdagen. Pff.. Als je terugkijkt denk je wat een verschrikkelijk eind gelopen, echter in de flow van alle dagen met het doel voor ogen van kust naar kust gaat het 'bijna vanzelf'.  We zijn er en wat nu?  Morgen uitwandelen hier in de omgeving. Lekker de heuvels in, het dorp verkennen.
Het heeft nog een paar bijzondere plekken om te bezichtigen en natuurlijk pootje baden. Nu nog duimen voor drie mooie zonnige dagen hier in het uiterste puntje van Noord-Spanje.

maandag 16 mei 2016

55. Cee naar Cabo Finesterre. 15 km.

Dag 55. Maandag 16 mei. De route vanaf Cee.

De missie geslaagd. Van kust naar kust. 1315 km.

Wauw! Wat een zonnige dag als we uit het raam kijken. We zijn een beetje lui, want voor die paar kilometers die ons resten behoeven we echt niet voor dag en dauw op te staan. We kunnen zelf ons ontbijt samenstellen in een kleine gezellige ruimte. Alles is klaargezet. Na het ontbijt vertrekken we voor onze officiële laatste route. De korte broek is aan en de mouwen zijn opgestroopt. Het is nog wel fris, maar dat deert ons niet. We verlaten het kleine kustplaatsje Cee via de 'achterdeur'.
We lopen door een smal keienpad via een steeg omhoog het dorp uit. Meteen al een stevig klimmetje. Eenmaal boven lopen we een poosje over de weg en zakken af naar het volgende kleine kustplaatsje om alweer snel omhoog te klauteren. We blijven een aantal kilometers over een mooi bospad lopen en dalen weer af naar de kust. Nu blijven we de laatste kilometers tot aan Finesterre lopen over de 'Avenue Finisterre '. Ik noem deze zo, omdat het een prachtig stenenpad is wat speciaal is aangelegd voor de pergrinos. Langs het strand tot aan het centrum van Finisterre loop je over dit mooie geplaveide strandpad. Hoe gemakkelijk zijn deze kilometers. In het dorp gaan we eerst op zoek naar ons hotel. We brengen daar onze rugzakken en gaan daarna op pad naar de Cabo. Dat is nog maar 3 km. te gaan. Dit laatste stuk naar kilometer 0 gaat gestadig omhoog. We lopen via een speciaal aangelegd wandelpad naast de vangrail omhoog. Het is nog relatief rustig als wij rond half twaaf omhoog lopen. De uitzichten zijn mooi, het is niet helemaal helder weer, maar de lucht kleurt blauw en de zon schijnt. Halverwege een mooi bronzen beeld.
Heerlijk wat een mooie dag om zo je tocht te kunnen beëindigen. We hebben afgesproken dat we boven bij kilometer 0 samen op de foto gaan, en dat gebeurt. Ha,ha. Jet en Jul zijn te nuchter om uit hun dak te gaan. Echter we zijn wel trots met deze prestatie én dat we hier gezond en energiek zijn aangekomen. We hebben iedere dag genoten van onze wandelingen. Er is geen dag geweest dat we met tegenzin op pad zijn gegaan. Alle dagen bracht wel iets bijzonders op ons pad.
Alle dagen vogelgezang, alle dagen hondengeblaf, bijna alle dagen lekker eten, alle dagen een plek om je hoofd neer te leggen, alle dagen een douche, alle dagen vriendelijke mensen, alle dagen vino, alle dagen zon, bewolking, kou, warmte, regen (zeer weinig) of wind. Alle dagen is de natuur groener en kleurrijker geworden. Alle dagen berichtjes van trouwe volgers.  Alle dagen gingen de voeten voorwaarts en alle dagen hebben we ze met veel zorg behandeld. Nog nooit zoveel water over en langs de wandelpaden op de route La Plata gezien. Tot slot, de route Levante is en blijft lang, maar bijzonder. Wat een eindeloze vlakten en wat een prachtige steden en dorpjes. Echt niet willen missen. De schoenen van beiden zijn lettelijk versleten. We lopen op halve zolen, gescheurde naden in de schoenen, niet meer waterbestendig, echter ze voelen nog wel aan als pantoffeltjes. Jammer mijn schoenen laat ik achter.
Alleen dat zal pas vrijdag worden. Morgen nog en toetje. Onze laatste etappe naar Muxia en ook morgen het laatste verslag.

zondag 15 mei 2016

54.San Mariña naar Cee. 32 km.

Dag 54. Zondag 15 mei. De route vanaf San Mariña.

 De nevel verdwijnt en de zon gaat terrein winnen.

Om 07.00 de wekker gezet. We hebben een lange dag te gaan en willen niet te laat op pad. In de bar is het nog opvallend rustig. Zal iedereen in de herberg nog op één oor liggen? Daar geloven we niet erg in als we nog denken aan de vorige ochtend. Vanmorgen langs ons raam hebben we niet veel peregrinos horen vertrekken. Enfin, dat is niet onze zorg. De nevel hangt nog dik hier in de heuvels. Het is droog buiten en dat maakt het al een stuk aangenamer.
Na een aantal dagen door de regen te hebben gelopen is dit een welkome ochtendgroet. De dorpjes tegen de heuvels hangen in de dikke nevel. Ik trek geen jas aan, want het wordt toch steeds klimmen en dalen en met mijn jas aan is het meteen zweten geblazen. Mijn kameraad houdt de jas aan. Tja, die loopt zo relaxed en laat geen enkele zweetdruppel! De eerste twaalf kilometer lopen we veel over de weg. Het is echt opvallend rustig. We zien geen enkele peregrino voor of achter ons. Waar is iedereen? Zo zit je met meer dan 25 mensen op een kluitje in een herberg en de volgende dag zie je niemand! Terwijl allen één doel hebben en dat is naar Finistere of Muxia lopen. Je vraagt je ook af hoe ver loopt een ieder vandaag. Meer dan 30 km? Wij vinden het een beste afstand en als we sommigen zien lopen of zien hoe laat ze tegen de avond pas de 'hut' binnenlopen dan neem ik daar mijn petje voor af. Dan de Koreanen, dat blijft een 'volkje' apart. Het zijn bijna altijd jongeren die je hier ziet lopen. Zij lopen echt ontzettend veel kilometers op één dag. Ze gaan vroeg op pad, hebben soms geen idee hoe lang de afstanden zijn of waar er een slaapplek zal zijn. Ze lopen totdat het avond wordt en vinden altijd wel een plek om te slapen. Ze spreken vaak amper twee woorden Engels, maar met hun onschuldige twinkeloogjes bereiken ze heel veel. Altijd mensen die hun helpen. We vinden het wel knap zoals ze het doen. Ze lopen als kievitten, worden geconfronteerd met een totaal andere cultuur, zijn de taal niet machtig, eet-/ drinkgewoontes zijn totaal anders. Geen rijst, maar patatten eten ze! Ha,ha, daar maken wij ons ook dagelijks schuldig aan. Na al mijn gemijmer begint de lucht heel langzaam op te klaren. Het zicht wordt beter. Ondertussen lopen we over mooie paden op en af.
We blijven ongeveer driehonder meter boven zeeniveau lopen en de omgeving kleurt geel van de struiken. We picknicken op een droog plekje langs het bospad. Tegen het einde van de wandeling komt vier kilometer voor het plaatsje Cee de zee in zicht. Het zicht is niet helder,maar allengs wordt het beter. We dalen stevig af naar beneden en passeren enige peregrinos. Met stokken daal je veel gemakkelijk af over het grint. Anders is het wel oppassen geblazen. Tenminste dat denken wij. Langs ons 'scheren' met een enorme snelheid mountainbikers naar beneden over het grintpad wat echt steil naar beneden gaat. Brr.. Dat zouden wij nu niet meer aandurven. Eenmaal op zeeniveau lopen we langs de baai, waar kleine bootjes kabbelen, richting ons pension.
Wat is dat genieten. De zon begint volop te schijnen. We kunnen niet wachten om een terras in de zon op te zoeken. Na 10 dagen eindelijk weer zon. Als we bij ons pension aankomen duurt het even voor el señor onze boeking heeft gevonden. Met al onze charmes krijgen we ook nog een kamer met uitzicht op zee. Wat hebben we weer een mooie plek. Een schattig klein pension met een gezellig ingerichte binnenplaats, een klein binnenverblijf waar we eten en drinken kunnen pakken en waar morgen ons ontbijt klaar staat. Ons wasje kunnen we drogen in de wasruimte. Wat wil en mens nog meer. Terras! Gevonden. Morgen naar Finisterre. Het officiële einde. Echter wij lopen door naar Muxia en gaan daar afkicken. Veel te mooi om de wandeling langs de prachtige rotskust te laten liggen.

zaterdag 14 mei 2016

53. Negreira naar San Mariña. 21 km.

Dag 53. Zaterdag 14 mei. De route vanaf Negreira.

Nevel en weinig zicht op weg naar de Atlantische kust.

Je houdt het niet voor mogelijk, komen we gisterenavond rond kwart voor tien op de slaapzaal is het licht al uit. Zo vroeg hebben we het nog niet meegemaakt. Maar ja, je weet natuurlijk niet waar al deze peregrinos morgen naartoe gaan lopen! Na een redelijk nachtje met een klein orkest gaat om zes uur een wekker af. Meteen onrust in de zaal. Dat is toch niet waar dat mensen nu al op pad gaan! Het lijkt wel of men een gletsjer over moet! Zo vroeg zijn we nog geen één keer gewekt, laat staan opgestaan. Pff.. Ons laatste nachtje in de herberg op de zaal. Als alle onrustgangers zijn verdwenen staan we op en nemen nog een ontbijt bij la señorita. Het lijkt wel of de meeste peregrinos zonder ontbijt op weg gaan? Rond acht uur lopen we door een oude poort het dorp uit.
Het regent licht en het is nevelig met weinig zicht. We zijn niet de enigen die het dorp verlaten. Het is redelijk druk met wandelaars. In ons zicht zien we er al snel een stuk of tien lopen. Wat opvalt zijn vooral jongeren en jongeren uit Canada, Australie, Duitsland of Azië die we in de loop van de dag tegenkomen. De ouderen 'sloffen erachter aan'. Velen hebben  de klassieke route" camino Francés" gelopen en lopen nu in drie  dagen naar Finestère of Muxia. De route gaat veel over asfalt en daarnaast volgen we de paden door het bos die goed zijn gerepareerd. Halverwege stoppen we voor het dagelijkse bakkie koffie met een bocadillo. In de bar treffen we meedere jonge caminogangers. We maken een babbeltje met enige peregrinos en de meesten zijn verrast als we zeggen dat we uit Valencia zijn gestart.
Wij zijn verrast dat mensen dagelijks grote afstanden lopen. Het zijn net 'gemsen' veertig kilometer dagelijks of iets minder daar draaien ze hun hand niet voor om. We vervolgen onze weg.  Het zicht wordt een beetje beter. De omgeving kun je zo plaatsen in zuid- Limburg. Lange heuvels, koeien op de weiden en overal om ons heen kleine landweggetjes die behoorlijke 'kuitenknijpers' zijn. Langs de weg geeft men vaak aan waar er een bar/café of onderkomen op de route is. De aanduidingen in meters of kilometers zijn echte 'Spaanse meters'.  Staat er na tweehonder meter is er een bar, reken er het dubblele bij want het klopt nooit. Het is altijd langer. Het zijn net van die meters die je lekker maken, zodat je op je laatste loodjes nog net die bar gaat halen. Vandaag stond er voor het eerst op een bord 'exact'.  Ha,ha. Het klopte. Rond half één zijn we al in San Mariña.
In het superkleine gehuchtje staan twee huizen, een albergue en een kerk. In de Albergue hebben we een kamer voor ons tweeën gereserveerd.  De bar van de herberg is knus,warm en klein. Diverse doen hier een kleine stop en lopen weer door. Andere kiezen er net al wij voor hier te stoppen en morgen weer de route op te pakken. Het blijft somber weer buiten. De rest van de middag zitten we bij de kachel. Het menu van vandaag is linzensoep en kip met patat. Prima met een wijntje erbij hebben wij opnieuw een mooie dag. Nog drie etappes te gaan.

vrijdag 13 mei 2016

52. Santiago de C. naar Negreira. 21km.

Dag 52. Vrijdag 13 mei. De route vanaf Santiago de C.

Een grijze dag.

Na te hebben genoten van een ontbijtbuffet verlaten we het klooster / hospideria San Martin de Pinario. Het is nog stil op straat. Het lijkt alsof de peregrinos nog slapen die nog naar de kust willen lopen. Als we het Parador, zeer luxe hotel gelegen aan het plein van de kathedraal langs wandelen, staan de taxi's al klaar. Keurig gekapte dames stappen, omringd door een wolk van parfum, in de taxi om naar....  te gaan. Dat is nog eens wat anders dan met rugzak, versleten kloffie, halve zolen en omhuld door regenkleding de stad uit te gaan. Natuurlijk wel fris onder de oksels! Via trappen en een oud keienpad dalen we de stad uit. We lopen al snel in het bos. De temperatuur is rond de 17 graden en er hangt een dikke nevel in de heuvels rondom ons. Af en toe hebben we een buitje, maar dat mag geen naam hebben. We klimmen en dalen door de mooie groene bospaden. De paden zijn goed aangelegd. Dit zijn we niet gewend. Het zoeken naar droge stukken op de sompige paden is zo goed als voorbij. Hier in deze streek wordt meer aandacht besteed aan de wandelpaden. De bomen zijn opmerkelijk groen. Alles mos. We lopen met veel peregrinos op de route naar Finestère of Muxia. Met regelmaat passeren mensen ons of andersom. Als we na 11 km in een bar een kop koffie scoren druppelen er meerdere binnen. Er zijn ook peregrinos die tegendraads wandelen.
Behalve dat we het pittoreske dorpje Ponte Maceira, met zijn Romaanse brug van 150 m over de Tambre passeren is er verder weinig bijzonders te vermelden. Rond één uur zijn we in Negreira. In deze plaats zijn wel 8 herbergen. Keus genoeg, echter alle hostals en hotels zijn al volgeboekt. De eerste herberg die we gaan bezoeken is nog gesloten en ziet er niet erg uitnodigend uit. Een donker gebouw. Daar houden we niet zo van. Door naar de volgende. Dit wordt Albergue/hostal Carmen. Het ligt midden in het dorp. Als we navraag doen bij el señor of hier nog plaats is, knikt hij dat er in de herberg nog plek is. Oké, voor € 10 p.p. kiezen we voor deze plek. Op de eerste verdieping treffen we een mooie schone herberg aan. Veel licht door de ramen met zijn balkonnetjes. Prima, denken we allebei. Tegen het einde van de middag is de herberg aardig volgestroomd. De 34 bedden raken aardig bezet. Ook in het dorp zie je meerdere peregrinos. Al met al er zijn veel peregrinos, jong en oud, op weg naar de kust. Morgen weer verder en hopelijk verbetert het weer en wordt de grijze lucht weer blauw.

donderdag 12 mei 2016

51. Ponte Ulla naar Santiago de C. 21km.

Dag 51. Donderdag 12 mei. De route vanaf Ponte Ulla.

In pension Juanito is het goed vertoeven geweest. Vanmorgen is el señor op tijd voor ons op gestaan en verwent ons met veel toast en en goed bak koffie. Buiten wacht de regen op ons. Even na acht uur, gehuld in regenkleding, gaan we op pad. Het dorp uit en meteen flink klimmen over een oud glibberig keienpad. Als we een stukje langs de regionale weg op de schouders hebben gelopen kunnen we gelukkig afslaan. We dwalen door de bospaden, met veel eucalyptusbomen. Deze bomen verspreiden een heerlijke aromatische geur.
De route door het heuvellandschap, wat nu gehuld is in de nevel, gaat flink op en af. Langzaam aan begint de lucht op te klaren en wordt het droog. Het zicht wordt beter en we kunnen gaan genieten van het groene landschap, waar veel woningen tegen de heuvels staan aangeplakt. Het duurt erg lang voordat we ergens een kop koffie met een bocadillo kunnen scoren. Onze maag begint al aardig te protesteren dat het zolang zonder enige vulling energie moet leveren. We beginnen te twijfelen of we de bar gemist hebben. We maken een stop bij een kleine kerk en eten wat gedroogde vijgen en een mueslireep. Vooral de vijgen zijn welkome energievullers. Eindelijk na ruim 16 km. hebben we onze eerste café/bar. Pfff. Daar hebben we naar uitgekeken. Heerlijk de bocadillo geeft energie. Als we voor de laatste kilometers weer op pad gaan, kan zowaar de regenkleding uit en lopen we in de korte broek ook al laat het zonnetje ons nog wel in de steek. We zien het is 17 graden buiten. Als we Santiago de C, via de oude keienweg die stijl omhoog gaat, binnenkomen is het er rustig. Op het plein voor de kathedraal, die grotendeels in de steigers staat, is het ook rustig. We laten een foto van ons samen maken en zoeken ons verblijf op.
Als je hier al voor de derde keer komt en het is niet je eindstation dan is het een heel ander gevoel. De route van ons is niet af. Als we aan de kust staan is het klaar en daar gaan we voor. Onze missie is nog niet volbracht. In Hospideria San Martin Pinario hebben we een kamer gereserveerd. Dit ligt pal tegenover de kathedraal. Een heerlijke plek om te vertoeven ook al zijn de kamers piepklein. De overige ruimtes, ooit een groot klooster, zijn groot, imposant en authentiek. Je kunt er goedkoop en heel duur een kamer reserveren. Heerlijk eten en s' morgens is hier een uitgebreid ontbijtbuffet. Voor het laatste gaan we. Morgen door richting de kust. We duimen voor mooie redelijk zonnige en vooral droge dagen. In de stad hebben we niet veel te zoeken. Vorig jaar hier al cultuur 'gehapt'.  De kerk, om de mis voor de peregrinos te volgen, daar zijn we vandaag te laat voor gearriveerd.
In de 'peregrinobar' van de hospideria genieten we van een wijntje en ontmoeten we nog een aantal wandelaars met wie we de ervaringen delen.

woensdag 11 mei 2016

50. Bendoiro -Lalin naar Ponte Ulla. 29km.

Dag 50. Woensdag 11 mei. De route vanaf Bendoiro - Lalin.

Onverwachts een mooie droge wandeldag door de groene heuvels.

Vannacht heerlijk op de bank geslapen. Nou ja heerlijk. Iedere keer als ik me maar even bewoog gaat het licht aan. Dit hebben ze vast expres gedaan om ervoor te zorgen dat er geen peregrino op de stoffen bank in de open ruimte gaat slapen. Echter dan hebben ze aan mij de verkeerde. Onhoudbaar is het in de 'hut'. De oudere peregrinos met de nodige wijn op laten het orkest volop klinken. De pauken zijn er niets bij. Als op de linkerzijde de pauken niet in hun ritme komen draaien ze zich om naar rechts en proberen in het juiste ritme te komen. Mijn oordoppen trillen mijn oren uit. Dit is het moment geweest dat de bank met lichtsignalen de voorkeur heeft gekregen. Een paar jongeren zijn ook aan het zoeken naar een andere slaapplaats, echter ineens zie ik die niet meer, dus is het de bank geworden. Pfff. Na een '  flitsende ' nacht is het weer dag.  Iedereen is uitgeslapen en bijna alle peregrinos gaan naar het restaurant om daar het ontbijt te nuttigen. Het weer ziet er goed uit. Wat een verrassing. Al snel gaat de jas uit en na tien kilometer lopen we zowaar in de korte broek. Het zonnetje schijnt en de omgeving ziet er weids, groen en heuvelachtig uit. We klimmen en dalen regelmatig  over mooi aangelegde bospaden. Vorig jaar waren dit nog modderpaden.
We hebben borden gezien waarop staat vermeld dat ze de wandelpaden aan het verbeteren zijn. Het werkt. Prachtige brede stevige gruispaden. Wat een plezier om op te lopen.  Ook de dorpjes die we passeren zijn minder armmoedig. De huizen zien er 'rijker' uit en de dorpjes liggen dichter bij elkaar. Ook met regelmaat een bar/café open. We hebben een prachtige wandeldag, het is genieten dat het zo helder is en we weidse uitzichten hebben. We passeren nog een oude Romaanse brug. Wat opvalt is de boerenlandgeur, deze is soms overheersend. De varkensstallen verspreiden een stank. Getver. Het lijkt hier wel Brabant. Wie toch alle dagen onze toeschouwers én aanmoedigers zijn dat zijn de vele honden. Alle dagen verwelkomen ze ons met veel en luid geblaf totdat we hun territorium voorbij zijn. Jong, oud, mannelijk of vrouwelijk, klein of groot het maakt niet uit. Allen zijn ' enthousiast'  als we passeren. De één kwispelt, de ander gromt maar allen hebben een goed geluid.
Tegen half drie komen we na een fikse daling aan in Ponte Ulla. We gaan naar pension Juanito. Er is daar plek en we hebben weer een kamer voor onszelf. Voor € 12.00 p.p. gaan we echt niet in een herberg.

We worden hartelijk ontvangen door la Señorita. Als we gaan eten bij haar krijgen we een tomatensalade en een flink stuk karbonade, boterzacht. Als ik vraag om mayonaise bij de patates wordt ik, terecht, op mijn vingers getikt. Hoe krijg ik het in mijn hoofd naast zo'n lekker sausje!! Inmiddels regent het weer flink buiten. Wij hebben ontzettende mazzel gehad dat we op tijd zijn gearriveerd. We blijven binnen en lezen een boek.

49. Cea naar Bendoiro- Lalin. 33.5 km.

Dag 49. Dinsdag 10 mei. De route vanaf Cea.

Een regenachtige, grijze voorjaarsdag.

Galicïe is erg groen, maar groener dan groen kan het toch echt niet. Het mos, de varens, de vetplanten die op de keien groeien en tussen het mos ze hebben het nog nooit zo naar het zin gehad. Water krijgen ze meer dan genoeg elke dag. Ze staan er prachtig fris bij. Op het Spaanse nieuws is het weer HOT. Niet vanwege de droogte of hitte, neen vanwege het vele regenwater. De afgelopen eeuw is er niet zoveel water gevallen, als in deze periode. Ik kan er alle dagen wel over schrijven, maar daar stop ik mee.
We soppen alle dagen door de plassen die veranderen in riviertjes en zien het water langzaam aan weer stijgen.  Ik moet echter wel bekennen dat wij tot nu toe reuze mazzel hebben gehad met het weer. Vandaag is het pas onze vijfde dag dat we echt regen hebben gehad. Vanmorgen gingen we droog weg uit Cea, maar na drie uur krijgen we de eerste echte bui. Ondertussen zijn we al 14 kilometers gevorderd en in een café een kop koffie met een bocadillo gaan halen. Daarna blijft de regenkleding wel aan, maar de regen valt reuze mee. Door de heuvels doorkruizen we mooie kleine dorpjes en uit de dorpjes volgen we de smalle groene bospaden waar we vandaag opvallend veel eucalyptusbomen tegenkomen. Peregrinos komen we onderweg weinig tot niet tegen. Die zie je plotseling weer opduiken als je in de herberg bent gearriveerd. Zo ook vandaag. Als we rond half vier arriveren in de relatief nieuw uitziende herberg, veel beton, hoge open ruimten en veel glas, zijn er enkelen gearriveerd. Twee van hen zijn we al eerder tegengekomen. We hebben een slaapzaal van 24 plekken. Het is er bokkoud en ongezellig. De ongezelligheid is de kaalheid. Overal grijs beton, vrij donker in de ruimten waar weinig glas is. Op de bedden geen  dekens. Oeps,  dat kan nog weleens een koude nacht worden. De douche is gelukkig wel warm. In de herberg kunnen we wel uit de automaat frisdrank en kleine versnaperingen halen. Verder hebben we vlak bij de herberg een bord gezien die naar een bar-/restaurant verwijst. Die gaan we vanavond opzoeken voor de warme maaltijd. Inmiddels valt het buiten met bakken naar beneden. We duiken even in onze slaapzak om straks tegen zes uur naar het restaurant te gaan. Inmiddels stroomt de zaal langzaam vol. Een andere route die men ' de route d' hiver' noemt komt hier samen met onze route en dat geeft ineens weer meer mensen in de herberg. Rond zes uur naar het restaurant, deze is aan de carratera. In het restaurant is het heerlijk warm, we blijven hier totdat de herberg dicht gaat dan gaan we in ieder geval warm in onze slaapzak. We krijgen een soep met schenkel erin en een pasta. Helaas niet onze smaak. Veel vet. Brrr... Jammer dat mijn vader hier niet bij is. Die smult van de vetranden. Het restaurant heeft een goeie aan de peregrinos. Allemaal hier eten en drinken. Rond half tien gaan we allen terug naar de herberg. De deur gaat op slot en alleen via de achteruitgang valt er te ontsnappen. De oordoppen gaan in.

maandag 9 mei 2016

48. Rustdag in Cea.

Dag 48. CEA.

Het dorp van het brood. Cea is bekend om zijn speciale broden. Meer dan 14 bakkers in het verleden die deze forno broden maakten. Nu nog één gesignaleerd en bezocht. Die zeer groot van formaat zijn. Bruin van kleur, harde korst. Erg lekker.
Hieronder een foto en een you tube filmpje van 2.12  minuten die. Je kunt bekijken.
Pan de Cea -Orense- You Tube.

47. Ourense naar Cea. 23.5 km.

Dag 47. Zondag 8 mei. De route vanaf Ourense.

De groene route door authentiek Galicïe.

Dat is me toch een rustig nachtje geweest. Je kan niet bedenken dat er zoveel mensen in twee slaapzalen zo rustig kunnen zijn. Behalve de blogschrijfster die al bijna een week de peregrinos wakker houdt met haar gehoest. Rond zeven uur het licht maar aangedaan. Het wordt de hoogste tijd dat de peregrinos op pad gaan. De matrassen op de bedden in de herbergen zijn over het algemeen erg goed. Ja, dat nodigt niet direct uit om eruit te gaan als je ook nog de regen hoort tikken tegen de ramen. Meestal blijven de wielrenners nog even liggen om de onrustige wandelaars de kans te geven om alle plastic zakjes goed dicht te knopen en alles weer op de juiste plek in de rugzak te stoppen. Natuurlijk nooit vergeten om achterom te kijken, want er blijft zeer gemakkelijk iets op, onder of weet ik waar achter in de herberg. Beneden, waar een sober keukentje is met wat tafels en stoelen, eten we nog een broodje alvorens we op pad gaan.
De regenkleding is aan en via de oude Romaanse brug,  Ponte Romana, verlaten we de stad. Het duurt even voordat we deze grote stad achter ons laten. Eenmaal erbuiten lopen we richting kleine gehuchtjes die zich voor ons laten zien hoog tegen de heuvels aan. Ourense ligt laag. Over het algemeen zie je een stad met zijn Cathedraal of kerk al van veraf hoog boven alles uitsteken. Ourens ligt echter behoorlijk laag, 125m, dus weinig te zien. Nu kruipen we uit de stad omhoog. We gaan naar Cea en dat ligt op 500m. In de kleine oude authentieke dorpjes die we doorkruizen is het flink klimmen.
Steile smalle straatjes met oude betonnen keien of grote tegels. Oude huizen en meerdere Hórreos die hier zeer hoog op de 'poten' staan. Echt niet fijn om hier te wonen en dagelijks je boodschappen te moeten doen, arme oude mensen denken wij!
Typerend in de dorpjes die we in Galicïe zijn doorkruist is dat je bij de kerkjes meestal een kruisbeeld ziet staan wat aan beide kanten een beeldje bevat en ook halverwege. Als 'slecht' katholiek weet ik echt niet wie, wie is. We hebben de oostelijke route deze keer uit Ourense genomen. Deze is landelijker en gaat minder over het asfalt. De route is bijzonder mooi. Erg groen en we wandelen door de bospaden die omgeven zijn door veel mos en varens. Ook het regenwater vind vandaag weer prima zijn weg via de wandelpaden.  Nou ja, ik noem het wel wandelpaden maar de boer en de mountainbikers zorgen ervoor dat deze paden kleine riviertjes worden. Met grote regelmaat zoeken we naast het pad de droge stukken op. De regenbroek komt hier zeer goed van pas. Gelukkig houden we het redelijk droog en hebben we de regenjas al even uit.


Te warm met dat geklim. Tot onze verbazing is er in deze dorpjes nog leven in de brouwerij. Er zijn cafe's. In één van de dorpjes treffen we een zeer modern café / casa waar we genieten van een heerlijke capaccino. Een dorp verder heeft een hobbyist peregrinos van hout in zijn tuin geplaatst. Natuurlijk staat hij op wacht om ons te begroeten. Tussen het gaas door neem ik een foto van het tafereel en el señor vertelt trots dat hij een aantal jaren in Zwitserland heeft gewerkt in de houtfabriek. We gaan door.
Soppen door de mooie bospaden en blijven genieten van het voorjaar wat inmiddels qua natuur op zijn hoogtepunt is. Alles volop in bloei. De bloeiende paarse en witte seringenbomen, gele en paarse lupines en overhangende blauwe regen. Wat een pracht. Inmiddels betrekt de lucht behoorlijk en krijgen we een serieuze plensbui op ons hoofd. Nog net niet drijfnat bereiken we een café.  We wachten de bui af en de laatste 4 km. naar Cea blijft het zachtjes regenen. Eenmaal in Cea lopen we door het oude gedeelte met hier ook nog mooie oude Hórreos naar Casa Mañoso, in het centrum van het dorpje, verscholen achter een oud huis. We kennen deze casa nog van onze fietstocht van vier jaar geleden.
Het is een ruim privehuis, authentiek ingericht en mooie ruime kamers. Zodanig ingericht dat je hier wel enige dagen kunt blijven. We boeken hier voor twee dagen. Ik heb even tijd nodig om te herstellen van een fikse verkoudheid. Bij de farmacie halen we enige pepmiddelen. Opgeven daar is geen sprake van. Nog twee honderd kilometer te gaan en de kust is in zicht.
Morgen een rustdag en daarna op naar de laatste ronde.

zaterdag 7 mei 2016

46. Xunqueira de Ambia naar Ourense. 22.5km.

Dag 46. Zaterdag 7 mei de route vanaf Xunqueira de Ambia.

Een rustige dag over de weg.

Bijna 22 km. wandelen we over de weg. Er zijn blijkbaar weinig andere mogelijkheden om via de heuvels in Ourense te komen. Het is een saaie route. Alhoewel dat mag ik niet zeggen. De bermen staan volop in bloei en alles is groen om ons heen. Het voorjaar is hier gestart. De temperatuur heeft een flinke aderlating gedaan. De twintig graden wordt lang niet gehaald. Gelukkig is het droog weer. Het bijzondere van de route hier in Galicïe vinden we de speciale stenen die gemaakt zijn voor diegene die de route naar Santiogo de C. lopen. Op deze gevarieerde stenen, qua grote en vorm, staat altijd een knapzak, een schelp een hand of een pijl om de route aan te duiden.
In alle regio's van de Via de la Plata doen ze wel hun best om een speciale herkenning te laten zien, maar hier in Galicïe zijn ze het mooist. Onderweg pauzeren we nog twee keer en rond 13.00 staan we al voor de herberg in Ourense. We zijn er met drie. We kunnen er al snel naar binnen en krijgen een plek op een laag bed op de eerste verdieping. Deze herberg was in het verleden een klooster en is verbouwd tot herberg. Het ziet er binnen fris en schoon uit. Je krijgt er een wegwerplaken en een wegwerp kussensloop.  Heel gewoon in de herbergen van Galicïe. We nemen geen douche daar we later op de middag een bezoek gaan brengen aan het thermaalbad Las Burgas. Het ligt midden in de open lucht in het centrum van de oude stad. We gaan eerst op zoek naar een lekker restaurant. Als we via de vele trappen zijn afgedaald naar het oude centrum vinden we al snel een leuk Spaans restaurant. Je loopt de Spanjaarden maar achterna en je komt meestal in een goed restaurant terecht. Zo wij nu ook. We  moeten even wachten alvorens er een plekje vrijkomt. We gaan á la carte eten, dan kunnen we lekker lang tafelen. Het is buiten winderig, koud en alle culturele gebouwen zijn nu gesloten. Tegen het einde van de middag kunen we in het thermaalbad terecht.
Heerlijk het water is lekker warm en het is een bijzondere ervaring, al vind George dat een stuk minder, om midden in de oude stad tussen de hoge huizen daar te dobberen in het warme water.  Het is een druk bezochte middag in het 'warme zwembad' waar de Romeinen al van hebben genoten. Tegen de avond gaan we terug naar de herberg. Jammer maar de terassen zijn dicht, het waait en het is inmiddels gaan regenen. In de herberg is het gezellig druk geworden. De twee zalen zijn aardig bezet. De bovenbedden zijn allen nog vrij. Deze hospitalera die iedereen een bed heeft aangewezen, weet dat niemand dol is op hoog slapen. Morgen wandelen we naar Cea en met nog 114 km. te gaan begint Santiago de C. in zicht te komen.


vrijdag 6 mei 2016

45. Alberguería naar Xunqueira de Ambia. 21 km.

Dag 45. De route vanaf Alberguería.

Het is 'hondenweer' in het groene Galicïe.

We worden pas na half acht gewekt door de fietsgroep die een slaapzaal verder op de zolder liggen. Eigenlijk niet erg. We gaan vandaag naar Xunqueira en dat is maar 20 km. lopen. Daarnaast regent het flink buiten en dat nodigt niet uit om direct het 'warme nestje' te verlaten. El Señor heeft de bar om acht uur voor ons geopend en we kunnen er ontbijten.
Ook de fietsers ontbijten er en verzamelen moed voor hun rit. Zij fietsen dezelfde route die wij lopen. Voor fietsers zijn dit erge pittige routes. Over keien, stevige klimmetjes en ook nog soms steil dalen over grint en door zand. Vandaag zullen we de sompige paden wel tegemoet gaan. De regenkleding is onder uit de rugzak tevoorschijn gehaald. Het is al lang geleden dat we echte regen hebben gehad. Het is verder windstil, nevelig buiten en niet koud. Na een goed uur lopen kunnen we in het eerste dorpje al koffie drinken. Heerlijk dat slaan we niet over. Verder op de route is er niets te halen. We lopen eenzaam en alleen over een lang zandpad terwijl de regen gestaag naar benden komt. De heuvels kleuren geel. De vier dorpjes die we passeren zijn zeer klein. In het eerste dorpje krijgen we spontaan van een dame twee blikjes frisdrank aangereikt. Uit het niets komt zij ineens uit haar huis met een doosje eieren in haar hand. Uit haar schortzak komen de twee blikjes tevoorschijn. We zijn aangenaam verrast en een beetje confuus van haar gulheid.


Tussen deze dorpjes lopen we over oude smalle sompige bospaden met aan weerszijden grote keien die begroeid zijn met mos en flinke eikenbomen. Een hele bijzondere aanblik. Verder komen de varens langs het pad bijna 'fluitend' tevoorschijn. Ze schieten de grond uit en tussen de wilde hyacinten vinden ze hun weg. Rotsplantjes in overvloed en soms prachtig in bloei. In de dorpjes die we nu doorkruizen zien we de 'Hórreos'. Deze smalle hoge hokjes werden vroeger gebruikt om de maïs te drogen.
Nu antiquiteiten, waarvan velen zijn gerestaureerd of ze staan er erg verwaarloosd bij. Wat opvalt in de kleine dorpjes dat er aan bomen of bij een huis aankondigingen hangen. Deze variëren tot zaken die de dorpbewoners moeten weten tot aan overlijdensadvertenties. Soms horen we de ' dorpsomroeper in de auto' het plaatselijke nieuws verkondigen. Op tijd, rond half twee, zijn we bij de herberg. Jammer we zijn niet de eersten. Er zijn al twee bedden bezet van de acht stapelbedden. We kiezen twee lage bedden en wel vlak bij de uitgang. Het nadeel is dat het op die plek. 's Nachts onrustig kan zijn, omdat mensen naar de toilet gaan. Enfin, het is niet anders. De drijfnatte kleding hangen we goed uit. De bergschoenen vullen we met kranten en nu maar hopen dat morgen alle natte kleding droog is. In het dorp gaan we in een restaurant eten en laten ons daarna in de herberg verrassen hoe druk het er is geworden. Vannacht zijn we met negen personen.

donderdag 5 mei 2016

43. A Guduña naar Campobecerros.20 km.

Dag 43. Woensdag 4 mei de route naar Campobecceros.

Een zomerse dag door een prachtig berglandschap.

Het is al snel warm als de zon achter de  heuvels tevoorschijn komt. We lopen over de asfaltweg en de weg klimt voor ons uit door het gebergte. We blijven steeds op hoogte lopen, 1000m,  en hebben magnifieke vergezichten. Soms passeren ons een paar fietsers en voor ons uit lopen enige peregrinos. Af en toe slaan we nog een grintpad in, maar meestal lopen we vandaag op het asfalt. Heerlijk een zonnig dagje en even een dag niet klussen door de nattigheid.  De dorpjes waar we doorheen lopen, meestal één straat, bestaan uit vervallen huizen die opgebouwd zijn uit zeer dikke keien met weinig hout, hebben vaak een stenen trap die nu onder het mos zitten.
Overhangende balkons die rusten op dikke oude balken. Verder weinig tot geen leven in de gehuchtjes. Wat je ziet zijn oudere mensen die hun tuintje met een spa, hark of vork aan het bewerken zijn. Ze gebruiken nog verse mest van de boer, die meestal nog wel in het dorpje woont met zijn geiten of schapen. Als we naar het dorpje Campobecceros afdalen zien we dat ze buiten het dorp nog steeds bezig zijn met een groot bouwproject. Het is de aanleg van de hogesnelheidstrein van Madrid naar Ourense. Wat een aanslag op het prachtige landschap. Tussen de struiken door zoeken we onze weg naar het  dorp. Er liggen veel losse leistenen en het is oppassen dat we niet uitglijden. Echter mijn zitvlak vind de leistenen. Gelukkig vangt mijn rugzak de val op. Ik trek mezelf weer omhoog en daal verder af.  Eenmaal uit het struikgewas lopen we tegen het dorpje aan. We weten dat er een herberg is en een zeer oude bar waar we goed worden verzorgd qua eten en drinken.  We drinken eerst een cola bij de bar alvorens we naar de herberg lopen. We zijn erg vroeg. Het is pas 12.00. Hierbij de bar is niets veranderd. Oma zit nog in haar crapeau bij de kachel. Het is nog armoedig ingericht en tevens is het nog het winkeltje van het dorpje. El señor die in de  bar een kopje koffie drinkt helpt ons aan cola. Ook twee Duitse pergrinos maken hier een stop. Bijna alle pergrinos lopen door naar Laza, omdat daar meer faciliteiten zijn. De ruim 30 km is voor velen geen probleem. Tevens hebben de meeste wandelaars wel een deadline om binnen zoveel dagen in Santiago de C. te zijn. Wij gelukkig niet. Wij willen niet doorlopen en vinden vandaag 20 km. prima. Het is een prachtige zomerse dag en een middag van de zon genieten dat lijkt ons wel wat. Bij de herberg kunnen we op het grote balkon zitten. We hebben een wifiloze dag. We gaan genieten van, voorlopig, de laatste zonnige dag. In de loop van de middag gaan we  bij  la señorita van de bar eten en komen we erachter dat we weer precies hetzelfde eten krijgen al vorig jaar. Een goeie aardappelbonensoep met koolbladeren, een tonijnsalade en kip. Natuurlijk ontbreekt de vino tinto niet en krijgen we eigengemaakte likeur bij de koffie. Als je er niet oplet, ga je al vroeg 'scheef' de bar uit.
Na en paar uurtjes in de zon te hebben gelezen gaan we rond 20.00 terug naar de bar. In het dorpje zit vlakbij de bar nog de geitenboer. Het dorpspad ligt vol met geitenstront aan de zijkant van het straatje ligt het vuile stro, maar daar malen ze hier niet om. In de bar komen enig dorpsbewoners voetbal kijken. De tv. Is er nog één uit vervlogen tijden, maar het doet het nog. De kleine Marcos komt met zijn moeder ook naar de bar en wordt door iedereen verwent. Inmiddels ruim één jaar en iedereen draagt een steentje bij aan zijn opvoeding. Inmiddels passeert de geitenkudde de bar op weg naar de veestal. We gaan hier terug in de tijd. La señorita maakt allerlei tapashapjes voor allen en zo gaan we met een welgevulde maag straks terug naar de herberg.  We hebben gezelschap van één pergrino. Dit is echter een wat arrogante man die niets terugzegt. Geen idee uit welk land hij komt. Ook op het terras heeft el señor geen zin om ook maar goedenmiddag te zeggen. Tot onze stomme verbazing is het een Nederlandse peregrino die om 22.00 als we op in de herberg onze slaapplek opzoeken opeens uitgebreid tegen ons zijn pelgrimverhaal gaat doen. Pfff. De drank heeft zeker zijn tong losgeweekt of....  De 'pelgrimkaravaan heeft wandelaars in vele maten en soorten.

44. Campobecerros naar Alberguería. 26.5 km.

Dag 44 donderdag 5 mei, de route vanaf Campobecerros.

Een grijze dag door het berglandschap van Siera de Seca.

Nadat we afgelopen dagen eindeloos hebben genoten van de zon is het vandaag grijs. Jammer want we zullen de vergezichten nu gaan missen. We lopen nog steeds op 'de top' van het bergachtige gebied. Dit is op ongeveer 900m hoogte. We hebben vanmorgen nog bij el señorita in de plaatselijke bar een heerlijk ontbijtje gehad. Ze heeft ons verwend met veel toast. De route vanuit Campobecerros gaat eerst via de asfaltweg nog een stukje omhoog. Bij een 'relatief oud kruis' buigen we van de doorgaande straat af en gaan we het bospad in. Het bospad  kronkelt door het berggebied met diepe kloven naast het pad en in de diepte of tegen de heuvels aan zie je kleine geisoleerde dorpjes. Ook zien we de werkzaamheden van de aanleg van de hogesnelheidstrein. Af en toe zie je uit de berg een beginnende tunnel verschijnen. Bergpaden zijn veranderd in betonpaden. Het uitzicht is nog redelijk goed af en toe hebben we een klein stofbuitje.
Echter dat is zo minimaal dat we daar de regenkleding niet voor aantrekken. Tot aan Laza dalen we flink af. In het dorp doen we enige inkopen voor in de herberg van Alberguería. We weten dat we daar zelf voor ons warme maaltijd moeten zorgen. Tomaten, tonijn en brood nemen we mee. Als we na de koffiestop Laza uitlopen is het tot het gehuchtje Soutelo Verde nog vlak. We lopen over het asfalt. Maar dan hebbe ze ons tuk. We moeten flink aan de bak. We krijgen een lange klim voor ons kiezen die op en af gaat. Pff.. In het boekje stond op een plaatje dat het pad geleidelijk omhoog gaat, maar allengs stijgen we weer naar bijna 1000 m. Dat is flink werken. Het is een klamme dag en de regen druppelt op onze rugzak. Net genoeg om niet de regenkleding aan te trekken. Inmiddels is het nevelig geworden en zijn de uitzichten beperkter geworden. Naast het pad staat genoeg in bloei.
Veel doornstruiken met gele bloemen, veel wilde paarse viooltjes, wilde hyacinten, een soort gele boterbloem en de paarse akelei. Rond half drie komt het dorpje Alberguería in zicht. De laatste kilometer lopen we over de weg naar de herberg. We zijn de eersten die arriveren bij de herberg.
Het ijzeren sluitwerk zit nog voor de deur. Tegenover de herberg moeten we ons melden. El Señor heeft een hele bijzondere bar. Het hangt vol en meer dan vol met schelpen die door heel, hee veel peregrinos in de loop van de jaren zijn ondertekend. In eerste instantie heeft hij ze nog opgehangen, maar inmiddels is de hoeveelheid zo enorm dat ze nu in bakken staan en niet meer worden opgehangen.
El Señor is een man van weinig woorden. Als we ons melden worden we direct richting de herberg gedirigeerd. Hij opent de deur en het enige wat hij zegt, ducha hier, en ducha boven. Hij zwaait met zijn hand richting de zolder en voilà redt je.  Het is koud in de herberg. We dwalen door deze bijzondere herberg. Hij heeft dit verwaarloosde pand jaren geleden opgeknapt en ingericht voor de peregrinos. Alles is er. Eten, drinken, leesboeken, muziekinstrumenten en heel, heel veel meer. Je hebt hier ogen tekort. In de keuken mag jezelf koken, er is eten in voorraad. Je kan de houten kachel lekker opstoken en wil je wijn dan pak je dit gewoon. Wat het kost? Dat is wat je ervoor over hebt. Een donativo noemen ze dat hier. Het maakt el señor niet uit als je, denken we, maar niet aan zijn hoofd zeurt. Hij is weinig spraakzaam, maar als George hem vertelt dat we hier vorig jaar ook zijn geweest en hij ons in het gastenboek vindt komt er een glimlach rond zijn mond en hebben ze een kort gesprekje. De herberg heeft 24 bedden met veel extra dekens/ slaapzakken op de zolder. Hard nodig want het is er bokkoud. Tegen de avond komen er nog een 2 fietsers. We hopen dat die de houten kachel kunnen bedienen. Wij zijn niet van die 'vuurtje stokers'. In de bar kan ik zowaar het blog schrijven en genieten we van een lekker plateau worst met kaas y vino tinto. Straks ons maar eens gaan werpen op de avondmaaltijd. Van de avondmaaltijd is niets terecht gekomen. De kachel brandt lekker in de bar bij El señor en wij blijven er hangen. Het worst-  en kaasplateau is een goed maagvuller. Tegen tien uur zoeken wij en de grote groep fietsers de koude herberg op en kruipen diep onder de dekens.

dinsdag 3 mei 2016

42. Lubian naar Á Guidiña. 24km.

Dag 42. De route vanaf Lubían.

De tweede tocht door bergachtig gebied. We gaan Galicïe in en het wordt zomers weer.

Het zonnetje verwelkomt ons al als we  ons privé onderkomen verlaten. Het is niet zo koud. Wat wordt een mens daar blij van als de lucht er strakblauw uitziet en je ook nog een mooie wandeling tegemoet gaat. Het wordt genieten. Al snel begint de lange klim omhoog.
Het pad is afwisselend droog en dan weer nat. Het is opppassen geblazen op de rotsstenen die nat zijn. Als we tijdens de klim ineens bij een stromende beek over moeten steken zien we voor ons hoe twee dames halsbrekende toeren uithalen om aan de overkant te komen. Wij besluiten om eerder af te zakken naar de beek en via stenen kunnen we iets makkelijker aan  de overkant komen. Het heeft wel wat dit soort tochten waardoor je door het stromende water, wat de bergt afkomt,wordt gedwongen om andere plekken te zoeken om er doorheen te komen zonder dat je meteen tot je enkels in het water staat of via een glijpartij in de bagger belandt. De wandelstokken zijn 'onze kameraden'.  Het pad is lang en om ons heen stroomt het water uit de bergen.
Na een uur zijn we boven op de pas. Portela de la Canda. Op 1260 m. Bovenop de pas gaan we Galicie in. De streek waar we van houden. Prachtig groen, mooie oude dorpjes en bergachtig. We genieten van de vergezichten en dalen via  het bergpad naar het dorpje Vilavella, waar een oud kruisbeeld bij een eveneens oude kerkje staat wat aan beide kanten een beeldje heeft. Dit zie je in Galicïe wel vaker.
Gelukkig is er een bar en deze is open. Op het terras rusten we uit en nemen lekker een stukje cake bij de koffie. We gaan weer op  pad en wandelen door naar het volgende dorpje, O Peirero. Wat wil nu het toeval, eenmaal in het dorp horen we de bekende 'toeter' van de rondrijdende bakker.
Vorig jaar op precies dezelfde tijd rond half twaalf kwamen we hier ook de bakker tegen. Hij stopt en bewoners komen al aanlopen. Ook wij kijken of hij naast brood nog ander lekkers in zijn auto heeft. We kopen twee puddingbroodjes. Hier in Galicïe wordt in de kleine dorpjes, waar bijna niemand meer woont, het brood en andere levensmiddelen dagelijks of enkele keren per week per 'SRV' wagen bezorgd. Vooral de 'panaderia'  auto's zie je zeer frequent. Na het dorp lopen we door een zeer mooi rotsachtig berglandschap. We zien op kleine rotsen vrij grote groene salamanders lekker in het zonnetje liggen, echter als je ze op de foto wilt zetten zijn ze al verdwenen voordat je alles op 'scherp' heb gezet. Ach ja, niet iedereen wil op de foto. Het is inmiddels flink warm geworden en het meegebrachte water smaakt naar meer.
Na een korte stop waar we het puddingbroodjes hebben opgegeten dwalen we verder door het rotsachtige gebied. Jammer dat we de laatste kilometers over het asfalt naar A Guidiña moeten lopen. In dit 'stoffige grijze'  dorp, waar veel vrachtverkeer doorheen dendert, zoeken we een overnachtingsplek  in een hostal. We hebben geen zin in de herberg. Veel te druk  en we weten nog van vorig jaar dat hier de betwantsen hoogtij hebben gevierd. In Hostal Á Madrileña krijgen we een prima kamer voor maar €35.00. Daar kan geen herberg tegenop! De prachtige wandeldag zit erop. De voeten zijn blij.