vrijdag 29 april 2016

38. Santa Marta de Tera naar RioNegro del Puente. 28 km.

Dag 38. Vrijdag 29 april. De route vanaf Santa Marta de Tera.

Langs Rio Tera.

Gisteren tegen de avond nog een onverwachte rondleidig gehad in het oude kerkje van rond 1200. Het bijzondere van dit kerkje is dat het ook een klein vakantiehuisje is geweest van de bisschop. Daarnaast is het St. Jacosbeeldje van het huidige torentje verplaatst naar de achterzijde en tegen het portaal 'aangeplakt' .
El señorita is tevens de hospitalera van de herberg. We betalen haar € 5.00 voor de overnachting. In de herberg zijn we met 7. Met elkaar besluiten we om samen te eten. Alle koopwaar gaat op een 'hoop' en met in ons midden een Duitse kok wordt er een heerlijke pastamaaltijd met tonijn gemaakt. Het is genieten met elkaar. Na een lekker nachtje slapen en een ontbijt sluiten wij de herberg af. Eenmaal buiten schijnt de zon en is het een koude ochtend. We lopen lange tijd langs de rivier de Tera en door het ruige veld. We lopen langs zandwanden waar veel oeverzwaluwen zijn te zien.
Honderden. Magnifiek. Plotseling veel hondengeblaf. George heeft de schapenkudde al gezien die in een ' kooi' staan en  worden bewaakt door twee grote Matisse honden. Deze zijn speciaal opgeleid om vee te bewaken zonder baas. Ze komen op ons af stuiven en even is het paniek. Pas als we een steenworp gebaar maken met de nodige stemverheffing gebruiken blijven ze staan. Pfff.. ook weer overleefd. We lopen lange tijd langs een oud irrigatiekanaal tot aan een klein dorpje. El señor, op een trekker, vertelt ons om in het dorp koffie te gaan drinken. In het klein gehucht, Olleros de Tera, drinken we bij moeders een kop koffie. Ze prijst haar tortilla en lekkere ham aan, maar ons ontbijt is nog niet verteerd. Ze vraagt of wij de enige peregrinos zijn. Wij zijn verbaasd, want iedereen, zeker 12, zijn ons voorgegaan. Vorig jaar hebben we ook bij haar een koffiestop gemaakt. Het wel apart dat we deze route voor de tweede keer lopen. Soms herkennen we stukken en soms ook niet. Nu hebben we vandaag prachtig weer, vorig jaar nevel en koud. Na het dorp lopen we eerst via een smal bospad naar de rivier waar nog duidelijk de sporen van het hoge water zijn te zien. Daarna lopen over een grote stuwdam en wandelen langs het meer richting het oude gehuchtje Villar de Farfón. Hier zijn bijna alleen maar zeer oude vervallen woningen en opnieuw een dorpje waar je niemand ziet of hoort. Eenmaal het dorpje uit lopen we via een zeer oud keienpad omgeven door oude muurtjes en verder veel steeneiken verder.
Het verdere landpad is erg zompig en wordt afgewisseld met veel keien op het pad. We kijken tegen de bergen aan waar de sneeuw nog op de toppen ligt. Gelukkig komt aan het lastige natte pad met keien een eind. En als we over de laatste heuvel zijn zien we Rio Negro liggen. Als we in de herberg arriveren zijn de stapelbedden op de eerste verdieping bijna allen bezet. We kunnen niet allebei laag slapen. We gaan douchen. Ik doe een wasje en we gaan eten in het restaurant waar we vorig jaar zeer exclusief hebben gegeten. We hebben er zin in. Heerlijk we worden niet teleurgesteld. Lekkere toijnpaté, soep en een mager stukje vlees met salade glijdt gemakkelijk bij ons naar binnen. Het toetje met de likeur zorgt ervoor dat we een siesta inlassen. Dit doen we nadat we al onze spullen bij elkaar hebben geraapt en als een speer naar de andere slaapzaal zijn gegaan, waar nog lage bedden zijn. Prima ook weer geregeld voor vandaag. Helaas zijn onze gezellige kornuiten van gisteren allen doorgelopen. Wij houden de kilometers een beetje laag. We kunnen nu onder de 30 km per dag lopen en dat bevalt.

donderdag 28 april 2016

37.Täbara naar Santa Marta de Terra. 23km.

37. Donderdag 28 april. De route vanaf Tábara

Onrustige peregrinos,

Gisterenavond aan de bar nog drie jonge, zeer strak in het vel zittende, Italiaanse mountainbikers ontmoet. Zij Mountainbiken in acht dagen de gehele La Plata. Wat een kanjers, maar ja, zo jong en zo sterk, daar wordt je nog jaloers op. Wat een kracht hebben die mannen nog in het lijf.  Verder zwijg ik maar over het uiterlijk van de mannen. " om van weg te dromen"  George zette me met beide benen op de grond. ' zolang jij niet lijkt op Sophia Loren in haar jongen jaren, maak je geen schijn van kans.
Als we vanmorgen even na zeven uur de bar van het hotel binnenlopen is het er druk. Meerdere peregrinos willen tegelijkertijd koffie en toast. Wachten komt blijkbaar bij deze peregrinos niet in hun woordenboek voor. Ze dringen bij de bar, pakken de gereedstaande toast direct van de bar,terwijl anderen dit hebben besteld. Wat een onrust! Het is ongelofelijk hoeveel haast s'morgens peregrinos kunnen hebben. Ze zijn zeker bang dat er geen plek is in de herberg. Ze willen er als eerste zijn. Ze willen de beste plek in de slaapruimte, waar de stapelbedden op hun wachten. Ze willen snel hun wasje doen. Onderweg nemen ze weinig tijd om van de omgeving te genieten, laat staan om even in het plaatselijke café de ondernemers te sponseren. Enfin, niet allen zijn gelukkig zo.  Als wij in alle rust hebben genoten van de kofie met toast gaan we om acht uur op pad. Het is een grijze frisse ochtend en of we het drooghouden zal de vraag zijn. Met velen, tussen de 15 en 20 peregrinos, voor ons sluiten wij de rij. Het wandelgebied strekt zich mooi voor ons uit. We lopen langs steeneiken, de gele brem en diverse struiken die hun bloemen nog diep in de knop hebben. Het pad verloopt glooiend. Het weer is na een zeer klein spetterbuitje aan het opknappen. De jas kan uit en zelfs de pijpen gaan omhoog tot boven de knie. Na13 km. komen we aan in een klein dorp. We gaan er in het plaatselijke café een kopje koffie scoren. Meerdere peregrinos denken er ook zo over. Echter er zijn er ook een aantal die ervoor kiezen om in de frisse buitenlucht hun meegebrachte proviand op een gammel bankje te nuttigen. De koffie kost in Spanje gemiddeld €1.20 en is goed te noemen. De grote groep peregrinos die we al tegenkomen vanaf Zamora laat zich erg van de onrustige kant zien. Een aantal gunnen zich zeer weinig tijd om te pauzeren, maken geen praatje, willen snel op de plek van bestemming zijn en tijdens de eet-  en borrelmomenten in het café is er nog geen tijd voor gezelligheid. Gelukkig zijn er genoeg gezellige peregrinos. Zo ook  het Franse echtpaar, samen lopen we af en toe stukjes op. Ze hebben gevoel voor humor, we maken samen grapjes en genieten van de mooie route en alles wat hier in bloei staat. We treffen het echt qua weer.
Het heeft weinig geregend vannacht, waardoor het leempad nog goed te belopen is. Pff.. Anders hadden we weinig gezien van de omgeving.  Vandaag hebben we de mogelijkheid om te kiezen uit twee herbergen. De éne casa Anita kennen we we reeds dus kiezen we voor een eenvoudige herberg met 14 plaatsen in een dorp verder. Dit betekent dat we ruim een kilometer verder ons 'kwartier'  opslaan.  Als we na een zeer mooie wandeling door het heuvellandschap de herberg binnenkomen is het er nog ruim. De meeste peregrinos hebben gekozen voor de eerste herberg met meer faciliteiten. Heerlijk we delen de kamer met nog vijf anderen. De herberg is vrij nieuw en ziet er schoon uit. In het dorpje met een prachtig oud kerkje,waar St. Jacobus achter het kerkje boven de ingang staat,
 is er zowaar nog een klein winkeltje. We doen er onze inkopen en gaan vanavond zelf koken. Pasta met verse groenten en tonijn. Het zal vast erg lekker smaken. De zon begint uitbundig te schijnen. Buiten is er bij het gemeentehuis een wifi mogelijkheid. De aansluiting verloopt goed en zo maak ik in het zonnetje mijn verslag. De komende dagen zijn de weersvooruitzichten goed.

woensdag 27 april 2016

36.Granja de Moreruela naar Tábara. 26 km.

Dag 36. Woensdag 27 april. Koningsdag in Nederland. De route vanaf Granja de Moreruela.

De karavaan dendert voort en wacht op niemand.

In de tjokvolle herberg is het al vroeg dag.
Op onze verdieping zijn gisteren de laatste peregrinos binnengekomen. Er zitten enkele zeer enthousiaste wandelaars tussen. Het enige waarover zij kunnen praten is ' de camino'.
 Ze staan er mee op en gaan ermee naar bed. Geen tijd voor andere dingen, laat staan notitie nemen van de omgeving. Ze gaan al vroeg onder de veren en rond zes uur sluipen ze de herberg al uit. Ook. De andere peregrinos zijn al vroeg vertrokken. Rond half acht hebben wij de herberg bijna voor onszelf. Helaas voor één dame is deze camino Te veel van het goede. Met een zeer dikke voet strompelt zij door de kamer en dat ziet er niet goed uit. Echter daar heeft een peregrino weinig 'medelijden' mee. Diegene krijgt haar aandacht, maar als het ochtendgloren weer schittert aan de horizon, verzamelt de 'karavaan' zich en blijven de zwakkeren achter. Ten prooi aan verdriet, heimwee, spijt van.., eenzaamheid, afhankelijkheid en tot slot een geweldige ervaring rijker. Bon camino is het laatste wat de achterblijver nog net uit haar keel weet te krijgen. En route. Nog snel even een bakkie koffie en de voeten gaan al richting het leempad dat dwars door het geel gekleurde veld loopt. Het is een frisse dag met weinig zon. Op deze route zullen we maar één dorp tegenkomen en enig profiand zit weer in de rugzak. Als we de Rio de Esla over de brug passeren
kunnen we daarna meteen linksaf slaan. Dit is een mooi rotsachtig pad langs het water. Alvorens we eraan beginnen staat er op een kartonnetje, in het Spaans geschreven, dat het vanwege het hoge water.......???? De rest kunnen we slecht ontcijferen. We slaan het pad in. Oeps als we langs de oever lopen wordt het pad moeilijk begaanbaar. We moeten een paar keer klimmen over de rotsen, die gelukkig niet te stijl zijn. Wij als twee ' ervaren gemsen' laten ons niet uit het veld slaan. We zijn opnieuw verrast door het vele water wat overal staat. Gelukkig is het water al aardig gezakt, maar wat heeft het hier hoog gestaan. Vele nieuwe beekjes zien we, die er vorig jaar niet waren. Eenmaal boven lopen we op het plateau tussen de steeneiken en zigzaggen om de grote plassen water heen. Voor of achter ons geen peregrino te zien. We pauzeren nog even en komen nog een Spanjaard tegen die aan het vogelspotten is. Hij vindt het maar wat leuk dat we een praatje met hem maken. We kunnen hem in het Spaans goed volgen. Weer op weg en het plateau laat zijn grote velden zien, met zijn slingerende wegen. In het voorlaatste dorp voor Tábara, Faramontanos de Tábara, zien we oude grotwoningen.
Deze keer nog midden in het dorp. Ik schiet nog een paar plaatjes. De bar laten we links liggen, omdat we denken dat we nog een klein stukje hebben te gaan. Nou, we komen bedrogen uit. We lopen nog ruim één uur voordat we Tábara dichtbij in zicht krijgen. Na nog een wateroversteek via een lus te hebben gepasseerd zijn we in het kleine dorpje gearriveerd.
Op de kerktoren is het druk van de ooievaarsnesten. Zes stuks in totaal en allen bezet. George heeft een hotelkamer geboekt. Hij heeft na twee nachten, en ik sluit me daar bij aan, weer even genoeg van de gezellige drukte. Hier op de hotelkamer hebben we het overzicht. Gisteren was het al meteen raak dat we kleding kwijt waren, omdat andere peregrinos zonodig moeten gaan slepen, met stoelen, matrassen en zo meer. We hebben onszelf teveel verwend en moeten nog een beetje afkicken van de luxe onderkomens. We zijn droog overgekomen en tegen de avond regent het.


dinsdag 26 april 2016

35. Montamarta naar Granja De Moreruela. 23 km.

Dag 35. Dinsdag 26 april. De route vanaf Montamarta

Zon, zon, zon en de kuiten genieten.

Uit het dorp lopen we om het meer waar een prachtig oud kerkje staat. Met de ochtendzon erop is het en plaatje.

Al snel wandelen we in ons korte broek en in ons shirt. Wat een heerlijkheid.  Een strakblauwe lucht en geen wind. De velden strekken zich weer voor ons uit en heel in de verte zien we heuvels in zicht komen. Nog één dag vlak en dan gaan we de heuvels in.
Ook op deze route van 23 km is er in de twee dorpjes niets te halen. We hebben weer wat extra proviand, bananen, meegenomen en daar redden we het prima op. Al snel passeren we peregrinos, de Spanjaarden en daarna ons Franse echtpaar. De laatste zullen we straks in de herberg weer tegenkomen. De route is saai te noemen, echter door het mooie weer is het genieten. De gele velden zijn als de gele tulpenvelden. Vandaag foto's gezien van de wandelgroep die geniet van hun "vrijheid".  Voor ons lopen nog enige peregrinos. Opeens schieten ze als 'paddestoelen' uit de grond. Ook zij genieten van deze mooie zonnige dag. Ze staan geregeld stil om foto's te maken en net wij te genieten van de paarse orchideeën die in het zompige gras prachtig staan te bloeien.
Een oude vesting passeren we. Het is omringd door water. Nu een complete ruïne.
Als we rond 13.00 bij de herberg in Granja de Moreruela aankomen en we lopen er naar binnen is het er in de eerste ruimte druk. Pfff.. Wat veel,we tellen er al snel acht en het is er bedompt en getverdemme nu al volle bak. We zien dat er nog een bovenverdieping is. Echter de deur van deze slaapruimte is dicht. We moeten ons inschrijven bij de plaatselijke bar. Enfin, enigszins beteutert lopen we naar de bar.
Als we ons melden en willen inschrijven voor de overnachting in de herberg worden we onthaald door een zeer humeurige señorita. Het inschrijfboek wordt op de bali gesmeten. Of we het willen invullen. Oké. Als we vragen of de eerste verdieping open kan van de herberg, omdat ik niet boven op het stapelbed kan komen en we zeggen dat er nog meer peregrinos komen, wordt ze furieus. Daar heeft ze helemaal niets mee te maken en wij hebben naar haar te luisteren. Het is er nog niet vol en basta. Niets basta, wij pikken dit niet en als we proberen om een smile bij haar tevoorschijn te halen gaat dit niet lukken. Wij stellen ons op voor de bar en wachten totdat ze met ons meeloopt om de tweede verdieping te openen. Onder flink gemopper gaat ze uiteindelijk mee. Wat een vreselijke jonge meid. Nog nooit zoiets meegemaakt. In de herberg telt ze de 'koppen' en maant ons om op de bovenste twee nog overgebleven bedden te gaan plaatsnemen. No, no, no.
Ze snapt het. Ze gaat het niet winnen. Ze haalt bakzeil en opent onder protest de bovenste zaal. Pffff... Waar komen al die peregrinos vandaan? De herberg boven ziet er goed uit. Schoon en 6 stapelbedden. We gaan het meemaken vannacht welk orkest er als eerste gaat spelen. We zoeken in de loop van de middag het café op voor de warme maaltijd en laten de zon op ons schijnen. In de winkel, waar we boodschapjes halen vragen we of er nog een andere bar in het dorp is dan bij 'het chagerijn' ( wat we niet zeggen) Hij vertelt ons. Er zijn feesten geweest en tja, dan is het humeur in de bar langs de weg daar best. Helaas verder is alles gesloten. We laten ons er niet door afschrikken en genieten met meerdere peregrinos van het menu vol calorieën. Pasta!

34. Zamora naar Montamarta. 18 km. De route De La Plata.

Dag 34. Maandag 25 april, De route vanaf Zamora. De La Plata.

De karavaan gaat voort.

We zijn met veel zin opgestaan. We gaan de route de La Plata lopen en weten nu al dat we ervan gaan genieten. De route zal goed zijn aangegeven en we lopen dit laatste gedeelte voor de tweede keer. Nog maar ruim 400 km te gaan, een peanut! Het zal er anders uitzien dan vorig jaar. Een eerste trimparcours direct buiten het eerste dorp ligt er nieuw en verlaten bij. Even de andere spieren trainen!
Als we via de caminopijlen de stad verlaten lopen we in het veld. We zijn verbaasd dat we weer eindeloze velden zien. Ze zijn niet zo uitgestrekt. Nou ja, dat denken we, echter de leempaden strekken zich voor ons uit. Het is behoorlijk vochtig langs de paden die glooiend over de heuvels verlopen. De afgelopen weken heeft het in deze regio verschrikkelijk geregend. Aan de wandelpaden is te zien dat menige wandelaar de leem zeer dik aan zijn schoenzolen heeft gehad. We zijn ook benieuwd hoeveel medewandelaars we zullen treffen. We kuieren heerlijk door het veld en genieten van de rust. Niemand in de buurt behalve de leeuwerikken en af en toe een ooievaar. De laatste zijn er genoeg te zien. Op iedere kerktoren zijn er wel een paar te vinden. Als je goed naar de nesten kijkt van de ooievaars verbaast het ons dat deze grote nesten blijven "hangen" op de randen van de kerktorens of op elektriciteitpalen.
Opeens ligt er voor ons op het pad een portemonnee, het ligt er nog niet lang en van de inhoud kunnen we een wel een dagje doorbrengen. In de jaszak verdwijnt het en nu kijken of we peregrinos tegenkomen. In de verte doemen twee mensen op. Als we ze passeren laten we de portemonnee zien en de ene Spaanse heer is lichtelijk verbaasd dat het zijn portemonnee is. Hij is blij. Als George zegt ' tot vanavond in de bar' knikt hij. Wij verheugen ons er al op.  We constateren dat alle wegwerkzaamheden van de aanleg van een grote snelweg tot de aanleg van de hogesnelheidslijn zijn afgerond. We hoeven geen extra lussen meer te lopen en nieuwe routebordjes zijn geplaatst. De enige plek waar het fout kan gaan in deze route is nog steeds erg " tricky " Als je niet goed oplet wandel je zo richting Portugal. De grens is hier niet ver weg en er gaat een camino richting Protugal ook aangegeve met dezelfde pijlen. Men heeft het hier nog steeds niet goed aangegeven. Gelukkig wij waren gewaarschuwd. De 18 km. hebben we snel gewandeld. Het weer begint steeds mooier te worden. De zon schijnt volop en het is jammer dat de wind koud is. In Montamarta zoeken we naar en casa/ herberg. La señorita brengt ons bij de winkel van de eigenaar en hij begeleidt ons naar zijn casa.
Het huis biedt een onderkomen voor velen. In het huis staan op de zolder wel acht smalle twee persoonsbedden en in twee privé kamers staat ook een smal tweepersoonsbed. Enfin, geen keus. Voor vannacht een smal bed samen delen. Wat een Feest! Na een heerlijke douche, doe ik de was. Er is bij deze casa een grote binnenplaats. Helemaal prima. Ik kan alle kleding daar goed laten drogen en wat nog veel lekkerder is we kunnen de hele middag hier van de zon genieten. Wauw, dat is nog eens genieten, alsof we aan de Costa zitten. Zoveel zon nog niet gehad.
. We zijn niet weg te slaan van het terras. Het is jammer dat de ' ober' vandaag vrij heeft. We hebben gezelschap van een Frans echtpaar en later nog van twee Duitse fietsers. Tot in de bijna kleine uurtjes genieten we van ons privé terras. Onze Fransman bedient ons met wijn en lekker fruit en zegt dat we deze luxe 'Parador'  niet moeten verlaten. Onze Spanjaarden zijn vergeten dat we zo' n goeie vangst nog hebben gedaan voor ze. Hier in de casa is geen wifi. Jammer het zonnetje is me meer waard. Alles moet even wachten. Helaas, het wordt nacht. En ik zal toch dat superzachte matras moeten gaan opzoeken. Met 'frisse tegenzin' kruip ik spontaan tegen de warme rug van George aan.

33.Toro naar Zamora. 36 km. Einde Camino de Levante

Dag 33. Route vanaf Toro.

Laatste route van Camino de Levante. Na ruim 825 km gaan we Zamora halen.

Een mooie wandeldag langs de Duero.

Zondag geen rustdag voor ons. In alle vroegte opgestaan. Ontbijt op de kamer, want er is niets open voor half acht. We maken vandaag een lange wandeling naar Zamora. We plakken twee routes aan elkaar, dat betekent doorlopen vandaag. Eenmaal buiten treffen we op de plaza Mayor een bar/café die zijn lichten aandoet en wij schieten er als twee hazewindhonden naar binnen. Koffie vragen we. Natuurlijk zegt de barman. Vers gezet. Dit smaakt goed. Als we op pad gaan is het heel stil in het kleine stadje. Alleen de schoonmaakploeg is bezig de hoofdstraat te reinigen voor de nieuwe stroom toeristen die komen.

Als we via de hoge heuvel de stad uitlopen heb je nog een prachtig uitzicht op de rotsen, waarop Toro Rust. Eenmaal in het veld lopen we al snel langs de rivier de Duero, waar het water hoog staat. We soppen een beetje door de klei en verder gaat de route prima. Het wordt steeds warmer en we besluiten om de pijpen van de wandelbroek te strippen. Heerlijk,  de zon schijnt uitbundig ook al is de wind wel erg fris. De kuiten hebben al lang geen daglicht meer gezien. De eerste 16 km zullen we geen dorpje passeren. We lopen ook nog een gedeelte langs de hoofdweg. Eigenlijk een verademing, even geen klei en je kunt rustig om je heen kijken zonder dat je bang hoeft te zijn dat je uitglijdt of je dat je een misstap maakt. Echter het asfalt is van korte duur.
Een nieuw richting bord wijst ons het veld in. Oké, we zijn volgzaam. Ook de twee Duitse peregrinos, die steeds in onze buurt wandelen, gaan het pad in. Echter het blijkt een motorcrosspad te zijn. We gaan een smal pad steil omhoog en alle hands aan dek om niet tegelijkertijd weer naar beneden te glijden. We helpen de twee peregrinos om ook omhoog te komen. Zij mopperen wat af. Wij zijn ook verbaasd dat we hier moeten lopen. Na enig geploeter van bijna twee kilometer zijn we weer terug op de weg. Hier blijven we maar lopen tot het volgende dorp. Hier vinden we een café . In het café is het al een drukte van belang. Het is zondag en rond half twaalf gaan ze hier aan de borrel en de tapashapjes. Er staan heel veel overheerlijke tapashapjes. Wij kiezen voor een grote bocadaillo. We moeten nog zeker 20 km. lopen voordat we in Zamora zijn. Na onze pauze zoeken we de route weer op die langs de Duero blijft lopen. Aan het water zijn veel ooievaarsnesten en roofvogels zweven boven de nesten. Zij azen op een heerlijk vers stukje jong ooievaarsvlees. Als we Zamora in zicht krijgen besluiten we om in het laatste dorpje voor Zamora te gaan warm eten, want we zijn hiervoor te laat om in de stad dit te bemachtigen. Het menu van inkvisringen, champignons en kabeljauw is een beetje teveel van het goede en we beleven er weinig plezier aan. We zijn waarschijnlijk te moe en hebben helemaal geen trek in eten. Met extra 'lange tanden' wordt het menu gedeeltelijk naar binnen gewerkt. Pff... Dat was dat. De laatste vijf kilometer kuieren we op de stad af.
Gelukkig hebben we een kamer in Hostal Chiqui gereserveerd. Dicht bij het centrum. Als we er aankomen moeten naar de tweede verdieping en we zien een prachtig ingerichte moderne kamer.
Na een douche gaan we de stad in. Naar de Plaza Mayor is het vijf minuten lopen. Daar aangekomen zien we tot onze stomme verbazing de twee Duitsers, die vanwege blessures, de route eerder hebben beëindigd. Zij zijn gisterenavond naar het stierengevecht in het stadion van Zamora geweest. We schuiven bij ze aan op het terras en beleven met elkaar gezellige uurtjes. Als de zon is verdwenen en het koud wordt op het grote terras gaan we ieder ons weegs.
Zij vliegen morgen terug naar Hamburg en hebben besloten om nooit meer naar een stierengevecht te gaan. Te Erg, Te veel bloedvergieten in korte tijd bij de jonge stieren. Wij gaan morgen door. We sluiten een lange eenzame route af, waar we veel kilometers moesten lopen voor overnachtingen. Waar we ons hebben verbaasd over de enorme uitgestrektheid, waar we hebben genoten van de rust, de inmense vergezichten, de grote wijnvelden en sinaasappelvelden, de heerlijke sinaaspappels, de welkome overnachtingen na de lange afstanden,de prachtige steden die zeer de moeite waard zijn voor een bezoek. Toledo,Avila, Toro en Albacete het zijn toppers om te bezoeken. Tot slot de La Mancha "wat een enorme desolate streek" we hebben het absoluut niet willen missen. Echter we zeggen allebei. Als je dit alleen doet, dan ben je een kanjer met veel "elastiek in de brains".

zaterdag 23 april 2016

32.. Siete Iglesias de Trabancos naar Toro. 32.5 km.

Dag 32. Zaterdag 23 april. De route vanaf Siete Iglesias de Trabancos.

Als we het gordijn openen en de blik naar buiten werpen zien we nog heel veel camions op de grote parkeerplaats staan.
Het is grijs buiten. Dat heeft El Tiempo niet met ons afgesproken. Enfin, het is droog. We gaan eerst maar koffie en toast eten in het restaurant. Ik heb even wat meer aandacht besteed aan mijn haar, wat lipstick op  gedaan en voila toonbaar voor de heren beneden. Je weet maar nooit of er nog een andere blik op je wordt geworpen dan wat ik dagelijks van mijn trouwe kameraad gewend ben. Het is al druk aan de bar van het restaurant. Wij bestellen toast met koffie en even waan ik mij in mijn jonge jaren toen ik nog een 'lyceumstuk' was en er een..... blik op me werd geworpen. Echter nu een fraai  'museumstuk' zonder extra aandacht. Tja..  Als we het hotel verlaten liggen er nog veel chauffeurs in hun camion op tuk. Er zijn nog veel gordijntjes gesloten in de camions. Over de grote parkeerplaats lopen we richting het dorpje. We richten ons op de kerk en dan zijn we waarschijnlijk zo het gehuchtje door. We lopen bijna twee rondjes om de kerk voordat we het veldpad in zicht krijgen. Bijna nog verdwalen in een klein gehucht met nog vele kleine straatjes. Eenmaal in het open veld wordt het behoorlijk heuvelachtig en moeten we 'werken'. We krijgen flinke hellingen voor onze kiezen. We steken nog een klein beekje over waar het water gelukkig is gezakt. We lopen nog langs een veld waar twee mensen asperges aan het steken zijn. Verrassend hier midden tusen de kale velden waar in het najaar de maïs op staat. Na 8 km lopen we het eerste dorpje binnen. Meteen een verse bakker aan onze linkerhand. Natuurlijk hier even naar binnen. We kopen een stokbrood en verse cake, krijgen nog verse koekjes mee en ze wijst ons de weg naar de bar. Aan het einde van het dorp treffen we het. Tien uur, de bar is net open. Even een café con leche en we gaan weer door. Het weer begint te betrekken en de regenkleding gaat aan. Getver, daar hebben we niet op gerekend vandaag.  Gelukkig, een 5-minuten buitje. Halverwege onze route voor het dorpje Villafranca de Duero zien we nog grotwoningen, waar de pijpen van de kachels nog opstaan. In de plaatselijke bar nemen we een bocadillo con gueso en de regenkleding gaat uit. Een oudere baas begint tegen ons te praten, denken we, maar hij praat in zichzelf, maakt gebaren verheft zijn stem en kijkt wat in het rond. Niemand schenkt aandacht aan hem en ondertussen nipt hij aan zijn glaasje rode wijn. Enfin, we gaan weer op pad.
Weer het regenpak aan. Wat een gedoe, aan en uit. Na het dorpje lopen we langs de rivier de Duero. Al snel worden we gesommeerd om terug te lopen en boven op het dijkje te gaan wandelen. We zien het, het water van de rivier staat erg hoog. De rustplaats met bankjes staat bijna geheel onder water en ook het wandelpad. De nu brede rivier heeft een erge sterke stroming en ziet bruin van de meestromende klei. Over het dijkje lopen we zeker 10 km. en in de verte zien we het plaatsje Toro
hoog op de heuvel liggen. De weg is vlak en we maken, voor ons gevoel, een aantal flinke lussen voordat we letterlijk tegen de heuvel van Toro aanlopen. Over de smalle oude brug, waar het water wild onder strooomt, bereiken we de voet van de heuvel. Ik zie een kortere route onder de spoorlijn door en enige Spanjaarden wijzen ons de route over het oude keienpad naar boven. Pfff.. Dat is een flinke klim omhoog. We komen uit bij de Plaza Mayor. Helemaal goed. Meteen in het centrum. We vragen nog even de weg naat het hotel Juan Segundo en rond vier uur zijn we er gearriveerd. Helaas te laat voor het restaurant.
Later gaan we het stadje in. Wat een leuk knus stadje. Oude gebouwen, veel gerestaureerd, prachtig uitzicht over het land waar we vandaan zijn komen lopen. We dwalen heerlijk door de mooie hoofdstraat met zijn poorten. De zon breekt door en op het terras is het tot na 20.00 genieten  van de zon. We ontmoeten tot onze verbazing nog twee Duitse peregrinos die we enige dagen geleden voor het laatst hebben gezien. In ons beste Duits wordt de route van de afgelopen dagen nog een keer 'gelopen', echter nu vloeit er vocht bij. Morgen op naar Zamora. Nog 34 km. te gaan.

vrijdag 22 april 2016

31. Medina del Campo - Nava del Rey - Siete Iglesias de Trabancos. 30 km.

Dag 31. De route vanaf Medina del Campo.

De stad met de twee camino routes! Levante y Madrid.

Vannacht hebben we de regen horen kletteren op het dakraampje. Dit is het enige raampje die het kleine kamertje rijk is in het Hostal. We eten wat op de kamer en voor 8.00 zijn we al op pad. We hebben niet zo'n lange etappe te gaan en de weersberichten zijn niet best. Echter buiten gekomen ziet het er wel erg grijs uit, maar droog. Goed gemutst op pad.
Via Plaza Mayor de la Hispanidad, dat mooie oude historische gebouwen heeft, lopen we met behulp van de gele pijlen de stad uit. Lekker gemakkelijk dat deze ons begeleiden.  Over de brug lopen we naar het industriegebied en zijn verbaasd dat we eerst veel gele pijlen zien en verder niet veel. Echter daar zien we een prachtig routebord van de Camino. Prima we worden weer geholpen. Inmiddels heeft George zijn GPS weer geraadpleegd en constateert dat we nu wel erg afdwalen van de route. Als we dan als klapper op de vuurpijl ook nog een bord zien richting Tordesillas weten we dat we goed verkeerd zitten. Pff. We moeten helemaal terug naar het dorp. Hoe kan dit vragen we ons af. Ineens realiseren we ons dat de Camino Madrid - Santiago deze stad doorkruist. Een aantal dagen geleden hebben we een regioblad in handen gehad waarop diverse routes naar Santiago de C. te zien zijn geweest. Zo ook deze. We balen er wel van dat die route veel beter is aangegeven dan de Levante. Eenmaal terug in de stad, starten we opnieuw en met de GPS en nog beter kijken zien we op de bewuste kruising, waar het mis is gegaan, een hele dikke en een hele dunne pijl. De laatste gaan we volgen. Al snel lopen we in het veld over een karrensporenpad. Inmiddels anderhalf uur verder en ruim 6 km teveel gelopen. Shit, dat hebben we niet voorzien. Dat wordt opnieuw tegen de dertig km. lopen. De eerste 15 km komen we niets tegen. We kuieren rustig door de velden. Helemaal niets te zien dan alleen gele heuvels afgewisseld met de groene korenvelden. In de verte zien we kleine gehuchten of een grote finca met koeien. Het weer knapt zienderogen op en de jas gaat uit. We stropen de mouwen op en rusten nog even uit op een landwerktuig waar we ons zitvlak nog net op het ijzer kunnen laten rusten.
Waarom toch geen bankje langs de route. We dromen al dagen van leuke relaxbankjes langs de route waar we heerlijk op kunnen zitten en zo de natuur nog beter in ons op kunnen nemen. Niets van dat. Thuis hebben we twee mini stoeltjes die amper 500 gr. Per stuk wegen en zo klein zijn als een beschuitbus, waarom nemen we die niet mee? Te veel bagage denken we dan! Echter met wandelen nog nooit aan gedacht, maar deze camino leent zich er bijzonder voor. De lange stukken die je loopt zonder ook maar iets te zien waar je op kunt zitten. Ja, behalve in de kleiige zijkanten van de paden of op een rotspunt waar ons zitvlak  van gaat 'huilen' . Gebruik je een vuilniszak plakt deze vast in de klei en je glijdt meteen van 't zakkie af. Tja, dan blijven we doorlopen. Genoeg gemijmerd. Inmiddels in Nava del Rey aangekomen en daar zijn diverse bars open. We kiezen een bruine deur en erachter is het wel heel donker. Allebei willen we er weer uitlopen, maar voordat we ons bedenken zijn we al op een stoel neergeploft. Als we vragen om een bocadillo wil de oudere barman neen zeggen, echter hij bedenkt zich. Met rasse schreden rent hij de bar uit om met een vers stokbrood terug te komen. Een echte zakenman. Hij verdient vandaag aan ons. Na een klein halfuurtje besluiten we ons pad te vervolgen. We zijn er nog niet. Nog 9 km. Te gaan.

We lopen verder door de velden, prachtige vergezichten en heerlijk wandelweer. Helaas de laatste paar kilometers moet toch de regenkleding aan. We krijgen zowaar nog een buitje op ons kop. In het gehucht Siete Iglesias de Trabancos staat een kerk en drie huizen, maar gelukkig aan de hoofdweg is een hotel met restaurant. Heerlijk, we laten ons verwennen vooral met een warme maaltijd, want dat is alweer enige dagen geleden geweest. Het is er zeer druk met vrachtwagenchauffeurs. Ook het parkeerterrein staat vol met grote camions. Ze blijven hier overnachten en nemen een afzakker in het café van het hotel. Goed plan, wij sluiten ons bij hun aan. Na 30 km. willen de voeten rust! El tiempo voorspelt de komende dagen veel zon. Gaan we het beleven dat de kuiten de zon gaan zien?

donderdag 21 april 2016

30.Àrevola naar Medina del Campo. 35 km.

Dag 30. donderdag 21 april. De route vanaf Àrevola.

Camino mes kwijt.

Laten we het vandaag voor de verandering maar niet teveel over de route hebben. Nadat we het stadje, via la plaza de la Villa, in stilte hebben verlaten gaat het een lange wandeling worden door de korenvelden, met af en toe een geel veld van het koolzaad.
Verder alleen een eindeloos leempad waar we vaak de zijkanten van hebben opgezocht omdat de leem aan onze schoenen bleef plakken. Halverwege de route nog een verlaten nederzetting gepasseerd, waar de roofvogels boven zweven. Er zijn daar vast nog 'lijken' achterbebleven! De blik is op oneindig gegaan, want de leempaden blijven zich voor ons uitstrekken en naast het pad, de laatste 10 km, een snelweg, de A6. Hoe kun je zo' n route bedenken voor pelgrims die al dagen alleen maar oneindige leempaden volgen van gehucht naar gehucht.
Echter wat erger is, we zijn ons camino mes kwijt. Vorig jaar een zeer handig en scherp mes gevonden. Het lag daar toen alleen op een tafel in een herberg en niemand die zich nog om het mes bekommerde. Dat hebben wij toen gedaan. Sinds dat moment zijn we er zeer blij mee en ook het mes. Het heeft een tweede leven met ons gekregen. Alle dagen zijn  we er bijzonder zuinig op. We koesteren het mes. Het houten handvat heeft inmiddels een naam gekregen; George. In het houten handvat zit een diepe snede waarin het mes precies past. Als je het mes tevoorschijn haalt en deze éénmaal recht op het houtwerk aansluit heb je tussen het hout en het mes en klein ijzeren scharnier, als je deze een kwartslag draait zit het mes muurvast. Oh, zo praktisch. Gisterenavond hebben we op de kamer gegeten, want voor het restaurant waren we te laat. Wij hebben lekkere dingen gehaald. Worst, kaas, brood, wijn en fruit. Het mes werd intensief gebruikt en had het natuurlijk ontzettend naar het zin. De tafel lag vol met plastic afval, schillen van het fruit etc. Opruimen natuurlijk. Weg met al die zooi. Ik heb alles bij elkaar gepakt en voila in de prullenbak. We hebben nog wat gelezen en rond 22.00 wordt het tijd om te gaan slapen. Het mes heeft geen ' geluid' gegeven. De hotelkamer in alle vroegte verlaten, na een cakejes ontbijt. Alleen het geluid van een verschrikkelijke rochelende, hoestende en bijna stikkende man naast onze kamer volgt ons pad naar buiten het hotel. Toen we vanmorgen in het veld onze banaan in stukjes willen gaan snijden kijkt George me verbaasd aan als ik vraag' waar heb je het mes opgeborgen, ik zie het niet meer in de zijvak van je rugzak'?  ' Jij hebt het gisteren voor het laatst gebruikt? Hmmmm..... Denken, denken en ahh.. De tranen springen in mijn ogen, ons camino mes is in de prullenbak terecht gekomen. We weten het zeker. Ons camino mes 'George' zal geen derde actief leven krijgen. Neen, het belandt op de vuilnisbelt. Het gaat vandaag, als er geen ' prullenbak verzamelaar' is naar het land van de grote vuilnisbelt verhuizen. Het zal daar zijn verdere leven in eenzaamheid of in gezelschap van vele 'afdankers' langzaam aan verpieteren en met veel boosheid terugdenken aan de avond van dumping. Adios y perdonne.
Wat moeten wij zonder zakmes op zak? Het voelt als 'leeg' in de rugzak. Iedere dag gebruiken we het zakmes. Het is één van je keiharde benodigdheden die je op de paklijst zet van 'absoluut niet vergeten om mee te nemen'. Als we in het stadje Medina del Campo op zoek gaan naar een nieuw zakmes zijn 's middags bijna alle winkels dicht. Bijzonder, want over het algemeen gaan na 17.00 de winkels open. Vandaag niet. Wij worden lettelijk gestraft. Gelukkig heeft de dag een gezellig einde. We ontmoeten nog twee duitse peregrinos die een aantal rustdagen inlassen vanwege blessures. Op het terras in de zon proosten we op gezondheid en nog mooie caminodagen. In stilte hopen we dat ons camino mes ook nieuwe vrienden heeft gevonden.

woensdag 20 april 2016

29. Gotarrendura naar Arévalo 28 km.

Dag. 29. De route vanaf Gotarrendura.

Van gehucht naar gehucht.

Na een lang nachtje in onze geriefelijke herberg, worden we rond half acht wakker. Het is er zo stil dat werkelijk niemand je zal vinden als je hier klem komt te zitten. We zitten achter een huis met binnenplaats en muren eromheen. Het is hier doodstil. We kunnen een kopje koffie zetten en onze bewaarde bananen komen goed van pas. We pletten ze tussen een wit hamburgerbroodje en laten het ons goed smaken. We laten  de 'hut' schoon achter en doen een donativo en sleutel in de brievenbus. Adios wij gaan het veld opzoeken.
Het kleine gehucht zijn we snel uit. Er is werkelijk geen levend wezen te zien, behalve blaffende honden die af en toe percelen bewaken waarvan wij denken ' is dat nu werkelijk nodig'?  De honden, meerdere vaak, blaffen als idioten achter vaak een hoge afrastering. Achter de afrastering of muur zie je rommel, een vervallen huis, vervallen gebouwen of een bedrijf.  De eigenaar nergens te zien. De honden, groot of klein, weten niet hoe hard ze moeten blaffen en grommen totdat je voorbij bent. Inmidels zijn de volgende honden ook gewaarschuwd en is het met onze rust soms onverwachts lang gedaan. Nadat we dit gehuchtje hebben verlaten wandelen we over een breed pad door de korenvelden. De wind is matig en het is bewolkt. We lopen 12 km. Van gehuchtje naar gehuchtje voordat er eindelijk in het vierde gehucht een bar aan de doorgaande weg is. We hebben inmiddels wel honger. Gisteren ook niet veel gehad. We bestellen een grote bocadillo met kaas. Heerlijk daar komen we van bij. De barjongens zitten lekker te smikkelen aan iets lekkers. Als ik erop af ga zie ik dat het slakken zijn en al snel smikkel ik met ze mee. Ze zijn gedrenkt in een lekker sausje en met wat brood erbij sopt de saus lekker weg. George laat de slakken lekkernij nog even aan hem voorbij gaan. Nadat we ons pad vervolgen lopen we tot aan Arévalo,16 km, door de bossen.
Aan bijna alle bomen hangen emmertjes om het hars op te vangen. We lopen lekker beschut en we kunnen zelfs de jas uitdoen. Toch nog een heerlijke zonnige dag. We rusten nog even uit op een omgevallen boom alvorens we het laatste stukje doorlopen. Rond drie uur zijn we in Arévalo. We vinden al snel ons hotel en na een douche en een tukkie zijn we weer helemaal uitgerust. We gaan op zoek naar eten. Het zal de bar gaan worden met tapashapjes?

28. Àvila naar Gotarrendura. 24 km.

Dag 28. Dinsdag 19 april. De route vanaf Ávila.

Van de grote stad naar een zeer klein  gehucht van nog geen 100 inwoners. Gotarrendura op 980m.
Na een ingelaste rustdag, door darmproblemen van George, gaan we vandaag weer op pad. Het is bewolkt en we horen de wind om de hotelkamer waaien.
Na het ontbijt vertrekken we rond half negen uit Àvila. Deze keer aan de mooie kant. Je hebt aan de noordkant een prachtig uitzicht op de ommuurde stad van wel 88 torens,  die allen zijn gerestaureerd en de stad een ' mastieuse'  indruk geven. We wandelen via een oude brug de stad uit. Bij het  mirador maken we  nog een overzichtsfoto van de stad.
Daarna  wandelen over het asfalt van een brede verkeersweg (A60). We lijken wel vluchtelingen die niet weten dat je niet op een A-weg mag wandelen. Hier vinden ze het heel gewoon als je op de ' schouders' van een verkeersweg loopt.   Tot aan het volgende dorpje lopen we over asfalt, waar we allebei geen liefhebber van zijn. De wind blaast flink in onze rug. Na ruim een uur lopen gaan we het veld in. Het is een breed pad met om ons heen grote granieten blokken. Geen peregrino voor ons of achter ons te zien. Hoogstwaarschijnlijk zijn we nu de enigen op de route.
De bergen zijn hier ver weg. Het is wel bijzonder dat als je aan de ander kant de stad verlaat er geen bergen meer zijn te zien. Alleen de heuvels. Over een  lemenpad komen we na 12 km het dorpje, Cardeñosa  binnen. Achter het gordijn, van de eerste bar, is er koffie te krijgen.

Verder ziet het kleine gehucht er armoedig uit. Alleen oude mensen zien we hier. Het gehucht zijn we snel uit. Eerst lopen we nog langs een oud pad met aan weerszijden opgestapelde muurtjes die we in deze omgeving al een aantal dagen tegenkomen. Ook op de velden zie je grote stukken ommuring. Waarschijnlijk werd op die wijze het land afgebakend en hadden de boeren zo hun eigen perceeltje. Als we het oude pad voorbij zijn, wandelen we nog door een klein vervallen stuk van een bijna verlaten gehucht. Een oudere boer loopt nog met zijn  kruiwagen vol met mest door het enige straatje. Heerlijk hij heeft geen last van allerlei milieuregels en geen klagende buren over 'stank' .  Zal hij  de enige overgeblevene bewoner zijn? Na het gehucht strekken zich de  eindeloze grote vlaktes weer voor ons uit. We waren ze een aantal dagen kwijt,  maar hier zijn ze weer. Niets te zien als alleen akkers met koren in de  glooiende velden. De wind blaast hard achter ons. Het is maar goed dat de rugzak tegengewicht geeft anders blazen we van het pad af.
Het lemenpad strekt zich eindeloos voor ons uit en er zit niets anders op dan dit te volgen. Heel in de verte zien we een dorpje, waarschijnlijk waar we vandaag onze opwachting gaan maken in de herberg. Als we rond half twee het kleine gehucht, Gotarrendura, zeer oud en verlaten, binnenlopen is er niets. We vinden de herberg, wat er aan de buitenlant relatief nieuw uitziet. Eerst de bar van het gehuchtje opzoeken.  Op het kleine dorpspleintje vinden we de bar. Gesloten! Getver.. Op de deur staan verschillende telefoonnummers. We gaan bellen. Er komt iemand naar de herberg. We lopen terug, omgeveer 300m, naar de herberg. Als la señorita ons de herberg binnen leidt zijn we aangenaam verrast. Het is er schoon en een klein vertrek met twee stapelbedden wordt ons domein. We kunnen douchen en hebben verwarming op de kamer. Er is een klein open binnenplaatsje met nog een waterput met daarop een groot houten beeld van Teresa. Het oogt  prima. Nu nog eten scoren. Bij navraag gaat la señorita voor ons bellen of de bar open kan of dat we in het volgende dorp iets kunnen eten. We hebben geluk de bar gaat voor ons even open. Om drie uur kunnen we terecht. La señorita maakt voor ons een snelle warme maaltijd van gebakken ei, gebakken aardappelen en een stuk gepaneerde kipfilet. We laten ons het eten, bij de kachel, goed smaken, want tot morgenochtend valt er hier niets meer te halen. Alles dicht. In het dorp is niets, maar dan ook niets. In 2010 had dit dorpje nog 110 inwoners.  Nu?? Als ik nog aan la señorita vraag of er wifi is in de bar, vraagt ze of het lang gaat duren. Als ik de toegangscode zie van haar dan zakt bij mij de energie in mijn schoenen en laat ik het zo. Vandaag een wifiloze dag. Terug in de herberg, regent het buiten. Wij blijven binnen en zetten de verwarming op hoog. We lezen en het zal vanzelf avond worden. We zijn nu met elkaar. De andere 8 peregrinos zijn ons nu een dag voor. Voor vandaag in deze herberg is het mazzel, want er is plek voor 8 personen. Het is hier goed vertoeven. Het kan veel en veel slechter. 


maandag 18 april 2016

26. San Bartolomé de Pinares naar Āvila. 25 km. 27. Dag Avila extra.

Dag 26. Zondag 17 april. De route vanaf San Bartolomé.

Een mooie tocht door het berglandschap.

El Señor is vanmorgen vroeg voor ons opgestaan. Hij heeft zich aangekleed, maar zijn slaperige oogjes en zijn pantoffels nodigen hem waarschijblijk uit om meteen weer naar zijn bed te gaan als we zijn verdwenen. We krijgen koffie en ieder twee cakejes en daar moeten we het mee doen. Als we alles afrekenen, slaapplek, eten, drinken etc. weten we zeker dat hij zichzelf tekort doet. Voìla. Als we na het ontbijtje in het donkere café het bergdorp rond 8.00 verlaten, gaat de deur achter ons weer op slot en ook het dorp 'slaapt'. Er is nog niemand op. Behalve de honden. Die blaffen ons luid uit. We zijn aangenaam verrast dat we een onbewolkte hemel zien. Wat een mazzel hebben we na de regen van gisteren.De zon klimt langzaam over de berg heen. We starten onze wandeling door een kort stukje te dalen en daarna lopen we over de weidevelden gestadig omhoog. Het beekje naast ons blijft ons zeer lange tijd volgen. Of eigenlijk andersom. Wij volgen de beek.
De uitzichten zijn weids, de sneeuw ligt op de bergtoppen. De koeien zijn al naar hun zomerweides verplaatst en koesteren zich in het zonnetje. Al een paar dagen wandelen 4 duitse peregrinos met ons op. Alleen zij gaan over het asfalt en wij door de velden. Zij houden niet van natte schoenen en klei aan de wandelbroek. Wij wel, want wat is er niet mooier dan te genieten van de natuur en de rust om je heen. We wandelen dwars door de velden en het uitzicht blijft weids en mooi. Doordat we een zonnige frisse dag hebben is het zicht ver. We klimmen tot ruim boven de 1350m. De wind begint boven op de pas om ons heen te blazen. We trekken de jas weer aan nu we eenmaal op hoogte lopen. Ook mountainbikers hebben het mooie bergpad ontdekt. Na 18 km is het gedaan met de wandeling door de bergen. Na het dorpje Tonadizos de Àvila is het mooie eraf. Langs een zandpad lopen we naar Avila wat we al vanaf 10 km. voor ons zien opdoemen. Als we de voorstad bereiken lopen we lange tijd door de nieuwbouw die bestaat uit heel veel flatgebouwen. Brr.. het lijkt wel of de vermoeidheid dan ineens erger is. Er lijkt geen einde aan te komen voordat we de stadsmuren bereiken. Kwamen we vorige week zondag via een prachtige route Toledo binnen dan is dit het tegenovergestelde. Enfin, binnen de stadsmuren wordt het mooi. Smalle oude straatjes en opeens veel toeristen.
De oude stadsmuur is prachtig gerestaureerd. Als we 's middags na het eten over de stadsmuur lopen heb je mooie vergezichten en een goed overzicht van de vele 'torens'. Ook de cathedraal is bijzonder te noemen. Een museum. Groot, vele ruimten met rijk bewerkte muren. Daarnaast is de stad rijk aan vele palacios, kleine 'kasteeltjes'  die merendeels als hotel worden gebruikt.
Na een middag de stad te hebben verkend vinden we het genoeg. Het is een mooie dag geweest.

Dag 27. Avilar maandag 18 april.z

Na een zeer onrustige nacht,  waarbij de darmen spontaan zijn begonnen aan een fikse reiniging besluiten we vandaag in Avilar te blijven. Morgen verder.

zaterdag 16 april 2016

25. Cebreros naar San Bartolomé de Pinares. 15 km.

Dag 25. Zaterdag 16 april. De route vanaf Cebreros.

'Hondenweer'

We hebben vanmorgen rustig aan gedaan. Als we naar buiten kijken is het grijs en valt het met bakken naar beneden. De regenkelding is aan en rond kwart voor negen gaan we op pad. We vinden al snel een smal keienpad omhoog de bergen in. Het zicht is slecht. Gestadig klimmen we omhoog en na drie kwartier zijn we 300 m geklommen en uitgekomen op 1000m. We steken een asfaltweg over en vervolgen een iets breder pad door de bossen, langs een stromend riviertje en wat uitkomt op een plateau. De wind blaast ons in de rug. Helaas zien we weinig. We moeten beiden goed kijken waar het pad loopt. De nevel belet ons om ver te kijken. Via steenmannetjes en onverwachts opdoemende gele pijlen vinden we onze weg over het plateau.
We zien alleen de zijkanten van het mooie bergpad. De lavendel, wolfsmelk en kleine monnikskap bloeien uitbundig.
Ineens klaart het een beetje op en zien we dat we over het stromende beekje onze weg omhoog moeten gaan vervolgen. Inmiddels zitten we al op ruim 1200 m. Het is niet koud. We houden gelukkig wel meer zicht, ondanks dat het hard regent. Op deze bergweiden, waar de uitzichten bij mooi weer adembenemend zullen zijn doemen opeens de koeien en paarden voor ons op. Ook zij zijn verrast door ons. We moeten regelmatig hekken openen en daarna goed afsluiten om te voorkomen dat het vee ons gaat volgen. We zien dat ze nog worden bijgevoerd. Er is hier nog weinig gras te halen. Het gras is nog superkort en ik weet niet hoe ze hun dikke tong om het gras wikkelen? We blijven op hoogte lopen.
Nadat we ruim een kilometer op asfalt hebben gelopen gaan we dwars door het drassige weideveld. Het loopt heel mooi. Grote granieten blokken voor ons en geen dorp te zien. Inmiddels  al 13 km. gelopen. Als we de 'daling' inzetten komt opeens om de hoek het dorp te voorschijn. Stijl omlaag lopen we het bergdorpje in en al snel melden we ons bij het hostal ' El Patio'.  Als verzopen katten staan we in het café.
Helemaal niet erg zegt el señor. De kachel gaat meteen aan als we onze jassen ophangen. We nemen eerst een café con leche alvorens we de kamer opzoeken. Alle natte kleding hangen we op de kamer uit. Na een douche en droge kleding warmen we verder op in het café.
De eigenaar verwent ons met een lekkere vermecellisoep met brood. De gehele midag blijven we binnen. Tegen het einde van de middag is het droog. We dwalen door het oude bergdorpje, waar we tegen de rotsen de vale gieren zien zitten. In het dorp is het stil. De mannen zitten in het café voetbal te kijken.Voor morgen voorspelt el tiempo niet veel beter weer. Regen!  28 km. naar Avila en opnieuw door een prachtig berggebied. De hoogste etappe van de camino Levante. Dit dorpje, San Bartolomé de Pinares,  heeft in januari elk jaar  een bijzonder 'vlammend' feest. ' Het feest van San Anton;  Las Luminarias'.  Helaas kan ik de vertaling niet leveren, wel een foto.