donderdag 7 april 2016

16. EL Toboso naar La Villa de Don Fadrique 27 km.

Dag 16. Donderdag 7 april. De route vanaf El Toboso.

De eerste peregrino is gesignaleerd.

Als we vanmorgen, al mijmerend weer door de wijnvelden lopen,  denken we eerst dat we allebei een hersenschim zien. Over het viaduct loopt een gebogen persoon met een bochel op zijn rug. Het lijkt op een wandelaar met rugzak. We kunnen onze ogen niet geloven als blijkt dat we niet de enige peregrinos zijn die onderweg zijn. Na 16 dagen wandelen is het gebeurd, we zijn niet meer alleen op deze wereld. Er bestaan nog peregrinos.
We zijn zeker van beide kanten zo geschrokken dat we elkaar al snel in het dorp uit het oog verliezen. Hij is vast de eerste de beste bar ingedoken om zich te bedrinken. Wij lopen richting  het gemeentehuis van het dorpje, Quintanar de la Orden en  besluiten een stempel voor ons credencial te halen. In de kleine dorpjes krijg je vaak mooie stempels en de medewerkers ervan zijn aangenaam verrast als je er om een stempel komt vragen. Deze keer krijgen we er een herinnering bij. Het wapen van het dorpje, welke je aan je rugzak kunt bevestigen. Het is jammer dat mijn Spaans tekortschiet, want veel verder als waar we vandaan komen en vertellen dat we naar Santiogo de C. gaan kom ik niet.
Na een 'mooie' wandeldag, arriveren we in La Villa de Don Fadrique. Op een plein staat een mevrouw druk naar ons te gebaren. Wij snappen het niet erg en als we naar haar toelopen zien we naast haar nog een peregrina staan. Niet te geloven twee op één dag. Het is bijna teveel voor ons. De zwaaiende dame vraagt of wij bij de Casa Rural, el Rincon de Infante, op het plein hebben gereserveerd. Het klopt. Eenmaal binnen in de woning is deze achter de muren gezellig ingericht. En ruime hal, ruime kamers en ingericht met antieke meubelen. El Señor laat ons zijn accomodatie verder zien. Het heeft een mooie binnenplaats
waar we worden ontvangen met een glas wijn en tapashapjes. Daar was ik hard aan toe. Ik heb het vandaag niet naar mijn zin gehad. Vanmorgen wel met het goede been het bed uitgestapt, maar na een korte pauze helemaal zat van de eindeloze wijnvelden, de kleipaden en de afstanden. Hier knapt een mens weer van op. De jonge hond van de eigenaar wordt achter de deur gezet,want die eet de jamon bijna uit je mond. In gesprek met de Frans- / Schotse peregrina blijkt dat ze ook onderweg is naar Santiago. Vannacht heeft ze 10 km in een dorpje hiervoor bij de paters geslapen. Bijna was ze hier niet aangekomen. De paters zijn haar vanmorgen vergeten en hebben haar alleen achtergelaten. Ha,ha. Tot 10.00 heeft ze geprobeerd om via de ramen, waar overal tralies voor zitten, contact te zoeken met de buitenwereld. Het telefoneren leverde niets op, de paters 'gaven niet thuis'.  Uiteindelijk door de politie bevrijd. Deze zeer gezette dame heeft ook lang geen peregrinos gezien, want eenmaal op haar praatstoel blijft ze verhalen vertellen. Wij genieten ervan. Wat ook genieten is dat la señorita de was voor ons doet. Wat een luxe. El Señor geeft ons nog een tip voor een goed cafetaria en met z'n drieën stappen we daar op af. Als het dorp al diep in siësta tijd is verlaten wij, met de buik vol, eindelijk het cafetaria. De dweil gaat letterlijk achter ons aan. Daar malen wij niet om. De buik is vol en tijd voor onze siësta.

2 opmerkingen:

  1. Die frans schotse, liep die vroeger met haar ezel? Geen geintje, ik ontmoette een frans schotse op de del Norte, ook dik!

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Hoi Aaf en George, wat ziet jullie blog er weer super uit! Echt heerlijk genieten om de verhalen te lezen.
    Veel succes nog en houd ons op de hoogte:)

    BeantwoordenVerwijderen