Dag 13. Maandag 4 april. Route vanuit Minaya. De La Mancha.
Als we vanmorgen, tijdens ons ontbijt in het wegrestaurant, een eerste blik naar buiten werpen, zien we dat het een grijze dag is. Houden we het droog vandaag? Als we rond 8.00 op pad gaan is het droog en lopen we al snel door de akkers. De wijnvelden om ons heen en de korenakkers zijn af en toe begrensd met vele keien. Tussen deze keien zien we nog enige oude cubillunos, dit zijn overnachtingsplekken voor de herders geweest en groter dan de chozos.
Verder om ons heen veel steeneiken in de velden en natuurlijk af en toe een grote finca waar de boer zijn schapen houdt. In de verlaten fincas zien we de duiventillen, die nu nog steeds door de duiven worden gebruikt. De leeuwerikken en af en toe de hop zijn de trouwe vogels die ons volgen. Al dagen lopen we door de streek La Mancha, een droog en zeer uitgestrekt gebied dat zijn naam van de Arabieren kreeg (Al Amankha betekent droge aarde). La Mancha is wereldwijd bekend geworden door het literare werk van Miguel de Cervantes "Don Quichot".
De wegen op de route voeren naar talrijke plaatsen waar Don Quichot met zijn knecht Sancho Panza eens doorheen trok. Sommige dorpen zijn nog steeds te herkennen én de molens waartegen Don Quijote vocht staan er ook nog. Zo ook in het plaatsje Minaya, waar we gisteren verbleven.
We lopen nu midden door de La Mancha en net als gisteren zien we veel graan- en wijnbouw op de route. La Mancha is niet alleen bekend vanwege Don Quichot. Ook de wijnen uit dit gebied zijn wereldberoemd. La Mancha is de grootste wijnstreek ter wereld en het wijngebied Valdepeñas (in het uiterste zuiden van La Mancha) de bekendste. Daarnaast is de Queso Manchego hier zeer populair. Deze kaas hebben we nog niet geproefd. Naast de wijnindustrie is de schapenhouderij de grootste bedrijfstak in Castilië-La Mancha. De schapenboeren van tegenwoordig zijn grote bedrijven geworden en je ziet ze nog weinig door de akkers trekken.
Als we na 8 km in het dorpje Casas de los Pinos komen is er een bar open. We nemen een kopje koffie. Als we onze route vervolgen begint het een beetje te miezeren, nog te weinig om de regenkleding aan te trekken. De route verloopt glooiend en af en toe lopen we langs een stukje bos aan de ene kant en wijnvelden met zeer kortegesnoeide stokken aan de andere kant. Het pad begint rood te kleuren en opeens hebben we het gevoel alsof we een zool extra hebben gekregen. De weinige regen die is gevallen zorgt ervoor dat de rode klei plakt aan onze schoenen. Die klei is zo hardnekkig dat deze niet van je schoenen afgaat. Al snel gat de motregen over in regen en gaat de regenkleding aan. Met de klei aan onze schoenen zit ook de binnenkant van de regenbroek onder de klei. Enfin, het wasje van gisteren is voor niets geweest. Eenmaal in het stadje San Clemente aangekomen
gaan we naar het toeristenbureau om daar de sleutel van de herberg te vragen. Deze is nieuw en sinds 2013 in gebruik. De herberg ligt aan de rand van het stadje. Als we in de herberg zijn gearriveerd worden we opnieuw aangenaam verrast. Er staan twee bedden en deze zien er smoezelig en 'zwaar' beslapen uit. De verwarming hangt in de gang en verder is er nog een lege kamer en een douche met toilet. Brrr... Om hier te blijven Echt Niet! Natuurlijk het is gratis, maar ook dan blijven we er niet. ' Lijden mag geen lijden' worden op de camino. De verleiding is TE groot om naar een hostal te gaan waar we een fris bed en een schone kamer hebben.
We werpen de sleutel van de herberg in de brievenbus. Adios! Voor ons op deze route geen primitieve herberg. De 'verwende' peregrinos vinden in het centrum een hostal met restaurant. Helemaal prima. Voor €40,00 zitten we comfortabel, de natte kleding kan drogen en wij blijven binnen. Buiten giet het pijpenstelen. We hebben het 300 km droog gehouden. Morgen zien we verder.
Als we vanmorgen, tijdens ons ontbijt in het wegrestaurant, een eerste blik naar buiten werpen, zien we dat het een grijze dag is. Houden we het droog vandaag? Als we rond 8.00 op pad gaan is het droog en lopen we al snel door de akkers. De wijnvelden om ons heen en de korenakkers zijn af en toe begrensd met vele keien. Tussen deze keien zien we nog enige oude cubillunos, dit zijn overnachtingsplekken voor de herders geweest en groter dan de chozos.
De wegen op de route voeren naar talrijke plaatsen waar Don Quichot met zijn knecht Sancho Panza eens doorheen trok. Sommige dorpen zijn nog steeds te herkennen én de molens waartegen Don Quijote vocht staan er ook nog. Zo ook in het plaatsje Minaya, waar we gisteren verbleven.
We lopen nu midden door de La Mancha en net als gisteren zien we veel graan- en wijnbouw op de route. La Mancha is niet alleen bekend vanwege Don Quichot. Ook de wijnen uit dit gebied zijn wereldberoemd. La Mancha is de grootste wijnstreek ter wereld en het wijngebied Valdepeñas (in het uiterste zuiden van La Mancha) de bekendste. Daarnaast is de Queso Manchego hier zeer populair. Deze kaas hebben we nog niet geproefd. Naast de wijnindustrie is de schapenhouderij de grootste bedrijfstak in Castilië-La Mancha. De schapenboeren van tegenwoordig zijn grote bedrijven geworden en je ziet ze nog weinig door de akkers trekken.
Als we na 8 km in het dorpje Casas de los Pinos komen is er een bar open. We nemen een kopje koffie. Als we onze route vervolgen begint het een beetje te miezeren, nog te weinig om de regenkleding aan te trekken. De route verloopt glooiend en af en toe lopen we langs een stukje bos aan de ene kant en wijnvelden met zeer kortegesnoeide stokken aan de andere kant. Het pad begint rood te kleuren en opeens hebben we het gevoel alsof we een zool extra hebben gekregen. De weinige regen die is gevallen zorgt ervoor dat de rode klei plakt aan onze schoenen. Die klei is zo hardnekkig dat deze niet van je schoenen afgaat. Al snel gat de motregen over in regen en gaat de regenkleding aan. Met de klei aan onze schoenen zit ook de binnenkant van de regenbroek onder de klei. Enfin, het wasje van gisteren is voor niets geweest. Eenmaal in het stadje San Clemente aangekomen
gaan we naar het toeristenbureau om daar de sleutel van de herberg te vragen. Deze is nieuw en sinds 2013 in gebruik. De herberg ligt aan de rand van het stadje. Als we in de herberg zijn gearriveerd worden we opnieuw aangenaam verrast. Er staan twee bedden en deze zien er smoezelig en 'zwaar' beslapen uit. De verwarming hangt in de gang en verder is er nog een lege kamer en een douche met toilet. Brrr... Om hier te blijven Echt Niet! Natuurlijk het is gratis, maar ook dan blijven we er niet. ' Lijden mag geen lijden' worden op de camino. De verleiding is TE groot om naar een hostal te gaan waar we een fris bed en een schone kamer hebben.
We werpen de sleutel van de herberg in de brievenbus. Adios! Voor ons op deze route geen primitieve herberg. De 'verwende' peregrinos vinden in het centrum een hostal met restaurant. Helemaal prima. Voor €40,00 zitten we comfortabel, de natte kleding kan drogen en wij blijven binnen. Buiten giet het pijpenstelen. We hebben het 300 km droog gehouden. Morgen zien we verder.
Bofferds met die 300 km droog! Die foto, is dat de herberg? Wat ik nou weleens weten wil: hieveel praten jullie zo onderweg? Uren niet? Of kan die kleine niet zwijgen George? :)
BeantwoordenVerwijderen