woensdag 27 april 2016

36.Granja de Moreruela naar Tábara. 26 km.

Dag 36. Woensdag 27 april. Koningsdag in Nederland. De route vanaf Granja de Moreruela.

De karavaan dendert voort en wacht op niemand.

In de tjokvolle herberg is het al vroeg dag.
Op onze verdieping zijn gisteren de laatste peregrinos binnengekomen. Er zitten enkele zeer enthousiaste wandelaars tussen. Het enige waarover zij kunnen praten is ' de camino'.
 Ze staan er mee op en gaan ermee naar bed. Geen tijd voor andere dingen, laat staan notitie nemen van de omgeving. Ze gaan al vroeg onder de veren en rond zes uur sluipen ze de herberg al uit. Ook. De andere peregrinos zijn al vroeg vertrokken. Rond half acht hebben wij de herberg bijna voor onszelf. Helaas voor één dame is deze camino Te veel van het goede. Met een zeer dikke voet strompelt zij door de kamer en dat ziet er niet goed uit. Echter daar heeft een peregrino weinig 'medelijden' mee. Diegene krijgt haar aandacht, maar als het ochtendgloren weer schittert aan de horizon, verzamelt de 'karavaan' zich en blijven de zwakkeren achter. Ten prooi aan verdriet, heimwee, spijt van.., eenzaamheid, afhankelijkheid en tot slot een geweldige ervaring rijker. Bon camino is het laatste wat de achterblijver nog net uit haar keel weet te krijgen. En route. Nog snel even een bakkie koffie en de voeten gaan al richting het leempad dat dwars door het geel gekleurde veld loopt. Het is een frisse dag met weinig zon. Op deze route zullen we maar één dorp tegenkomen en enig profiand zit weer in de rugzak. Als we de Rio de Esla over de brug passeren
kunnen we daarna meteen linksaf slaan. Dit is een mooi rotsachtig pad langs het water. Alvorens we eraan beginnen staat er op een kartonnetje, in het Spaans geschreven, dat het vanwege het hoge water.......???? De rest kunnen we slecht ontcijferen. We slaan het pad in. Oeps als we langs de oever lopen wordt het pad moeilijk begaanbaar. We moeten een paar keer klimmen over de rotsen, die gelukkig niet te stijl zijn. Wij als twee ' ervaren gemsen' laten ons niet uit het veld slaan. We zijn opnieuw verrast door het vele water wat overal staat. Gelukkig is het water al aardig gezakt, maar wat heeft het hier hoog gestaan. Vele nieuwe beekjes zien we, die er vorig jaar niet waren. Eenmaal boven lopen we op het plateau tussen de steeneiken en zigzaggen om de grote plassen water heen. Voor of achter ons geen peregrino te zien. We pauzeren nog even en komen nog een Spanjaard tegen die aan het vogelspotten is. Hij vindt het maar wat leuk dat we een praatje met hem maken. We kunnen hem in het Spaans goed volgen. Weer op weg en het plateau laat zijn grote velden zien, met zijn slingerende wegen. In het voorlaatste dorp voor Tábara, Faramontanos de Tábara, zien we oude grotwoningen.
Deze keer nog midden in het dorp. Ik schiet nog een paar plaatjes. De bar laten we links liggen, omdat we denken dat we nog een klein stukje hebben te gaan. Nou, we komen bedrogen uit. We lopen nog ruim één uur voordat we Tábara dichtbij in zicht krijgen. Na nog een wateroversteek via een lus te hebben gepasseerd zijn we in het kleine dorpje gearriveerd.
Op de kerktoren is het druk van de ooievaarsnesten. Zes stuks in totaal en allen bezet. George heeft een hotelkamer geboekt. Hij heeft na twee nachten, en ik sluit me daar bij aan, weer even genoeg van de gezellige drukte. Hier op de hotelkamer hebben we het overzicht. Gisteren was het al meteen raak dat we kleding kwijt waren, omdat andere peregrinos zonodig moeten gaan slepen, met stoelen, matrassen en zo meer. We hebben onszelf teveel verwend en moeten nog een beetje afkicken van de luxe onderkomens. We zijn droog overgekomen en tegen de avond regent het.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten