Dag 18. Zaterdag 9 april. De route vanaf Tembleque.
Van wijnstokken naar olijfbomen.
Als we rond 8.00 de deur van de Casa achter ons dichtdoen, komt het zonnetje achter de kerk al tevoorschijn. Het is een totaal andere dag. De wind is gaan liggen en het is nog fris, maar aangenaam. Zullen we vandaag weer in de korte broek kunnen lopen? Zowaar is er vanmorgen een bar open in het dorp waar we een kopje koffie en toast kunnen krijgen. Heerlijk, ook het verse croissantje smaakt goed. Echter niet te lang treuzelen want we hebben opnieuw de nodige kilometers te gaan. Vandaag kunnen we kiezen uit twee opties. Optie 1; langs de weg en geen dorp tegenkomen of optie 2; door het veld en de heuvels en wel een dorp tegenkomen. Natuurlijk kiezen we voor optie 2. Op 13 km is er een dorp. Een goed ijkpunt om ons daar op te richten. We lopen door het veld en verbazen ons erover dat we, na het verlaten van het dorp, zandheuvels zien,
olijfvelden en weinig tot geen wijnvelden. Tevens wandelen we naar de Sierra de la Rabera. Een mooie veldweg en heel iets anders dan alleen de uitgestrekte velden met alleen wijnstokken. De weg verloopt glooiend en wij genieten van de stilte en de ruimte om ons heen. Na ruim twee uur wandelen komt het dorpje, Villanueva de Bogas, in zicht.
We zijn het dorp al bijna weer uit en hebben nog geen bar gezien. Pff.. Het zal toch niet waar zijn. Helemaal niets. Als we het gaan vragen zeggen ze dat we terug moeten lopen. Getver..teruglopen daar houden we niet van, maar de koffie met rustplek overwint alles. Jip, als we een paar auto' s zien staan en een plastic gordijn zien bewegen, weten we dat daarachter de bar is. Tot onze verbazing zit Werner, onze krasse Duitse caminoheer, al achter een glas bier. Wij nemen lekker koffie en een bocadillo. De voeten gaan uit de schoenen en ons broodje met kaas smaakt er niet minder om. Inmiddels is het prachtig voorjaarsweer geworden. De temperatuur is goed om de kuiten de zon te laten zien. Toch maar even factor 50 op de 'oude' kuitjes smeren tegen het verbranden. Als we het dorpje verlaten zien we een paar ouderen op hun ' hangplekje' genieten van de zon.
De laatste 13 km lopen we door een mooi heuvelachtig landschap, tussen de olijfbomen en de oude bremstruiken door. Af en toe hebben we een klimmetje. Prachtig,dit is genieten, dwars door de Sierra de la Rabera te wandelen. Je hebt vergezichten, loopt af en toe beschut en het landschap is gevarieerd.
De boeren zijn aan het ploegen tussen de olijfbomen. We nemen nog een korte pauze en vervolgen onze glooiende route. Achter de heuvels zien we regelmatig grijze rookpluimen. De boeren zijn hun gesnoeide olijftakken aan het verbranden. Als we de Sierra achter ons laten dalen we af naar het dorp Mora. We zien een groot bord met Hotel erop en besluiten om er direct op af te stappen. Aangekomen daar, is het tjokvol in het café en een kabaal van jewelste. De mensen kijken ons verbaasd aan. Rugzaktrekkers, waar vandaan? In het hotel is er een plek voor ons. Na een douche en de sokken en het ondergoed aan een lijntje in de kamer te hebben gedrapeerd gaan we eten. Het restaurant biedt alleen á la carte. Oeps, dat wordt een duur dagje voor de peregrinos. Ook Werner is al gearriveerd en eet met ons mee. We laten het ons zeer goed smaken. Morgen wordt het, denken we weer een beetje afzien, omdat we tot aan Toleda geen overnachtingsplek hebben. Pfff.. 36 km. Daar zijn de voetjes niet zo blij mee. Echter na die gedane arbeid is het een dag rust. We gaan de mooie stad Toledo zonder rugzak bezoeken.
Vandaag hier ook mooi weer. Morgen weer een lange tocht voor jullie. Maar daarna genieten van Toledo. Toch weer een mooi vooruitzicht. Geniet ervan. Gr🐑🐑👍😅🚶💃
BeantwoordenVerwijderen